Dwars door Burkina Faso
november 2011waar zelfs kippen kunnen fietsen
Een fietsafspraakje maken met mijn gedreven sportieve vrienden in het weekend, voor een tochtje ergens in Vlaams-Brabant, dat is meestal geen sinecure. Sinds zo’n vijftien jaar leggen we er ons met wisselend succes op toe. Er zijn magere jaren van één tocht of minder per maand, andere met een mooie serie van wekelijkse afspraak.
Tien dagen samen gaan fietsen in Burkina daarentegen, dat werd in twee halve woorden en een handomdraai geregeld. Elk via een ander kanaal, kregen we ongeveer rond dezelfde tijd lucht van dit initiatief van Broederlijk Delen. En bij de eerste gelegenheid om erover te overleggen, was het onmiddellijk beklonken. Dit moesten we doen: sport, heroïek, avontuur en weldoenerij in één klap.

Voorstelling van de helden in dit verhaal: de fietsers
Ik zei het al, het vaste groepje fietsvrienden verscheen als vanzelf samen aan de start.
Twee andere bekenden van mij en even ziekelijke fiets-adepten hadden zich intussen ook aangemeld.
Nog 23 anderen uit alle Vlaamse windstreken en met leeftijden tussen 12 en 65 lieten zich niet onbetuigd. Ze zetten evenzeer hun beste beentje bij voor de dubbele opdracht, de wervingsactie en de tocht.
Ik gun ze anonimiteit en laat hen onvermeld. Het waren wel stuk voor stuk doorbijters, vrienden van de fiets en van Afrika.
Kurt uit Mechelen.
Tiersmondist en polyglot, vind je in even maanden wel eens op zijn werk bij de bank van hier,
daarbuiten heb je meer kans hem te treffen op een seminarie ontwikkelingssamenwerking in Centraal-Amerika
of op reisbegeleiding in Zuid-Oost-Azië.
Voor zover hij er niet even tussenuitknijpt met zijn vriendin op zijn zware motor of nog maar eens gaat trainen voor een triatlon.
Vond net als ik onze tocht in Burkina uniek en wil het ook zo houden, eenmalig.
Nic uit de Roterijstraat.
Jonge West-Vlaamse fietsbelofte, die zijn fiets liefdevol met 'Asino' (ezeltje) aanspreekt.
Koppig als dat diertje kan zijn, laat hij het in Burkina vaak afweten.
Zijn berijder is echter onkreukbaar. Zelfs vanop zijn ziekbed, terwijl Zuster Clémence een nieuwe baxter aansluit,
vindt Nic de tocht nog altijd de interessantste belevenis van zijn leven. Enige minpunt van Burkina is dat hij bij het wisselen van geld niet een deel in Euro-bankjes kan terugkrijgen, want tracen is zijn passie.
Dirk uit Kontich.
Jongste van onze mountainbikende 'Bende van Vier' bouwt hij zijn carrière af ten voordele van sport.
Geld is relatief en werk verhindert je van te bewegen, zijn grote passie.
Bewegen op eigen kracht, wel te verstaan.
Dirk maalt de kilometertjes erdoor in Burkina als was hij op een Bloso parcours in de Kempen aan het rijden. Onkreukbaar en foutloos over de ganse tocht, krijgt hij een ferme tik net als we de luchthaven binnengaan om terug te reizen. Leek een aanval van nostalgie.
Rudi uit de Vlaamse Ardennen, intussen meer stroomafwaarts gesettled in het Antwerpse.
Een brok pure wilskracht in sport en toewijding op het werk.
Correctissimo in zijn benadering van de samenleving.
Blijft zich oprecht afvragen hoe die Burkinabezen het redden, want zo velen met zo weinig. Zou niet misstaan hebben als een tweede en meer praktische Ludo Martens, privé-adviseur van Thomas Sankara.
Tussendoor fietst Rudi alle etappes uit zonder dat hij een spier vertrekt.
Sven uit Burundi. Of uit Brussel, Luanda, Dakar of Antwerpen.
Het hangt er een beetje van af op welk ogenblik van zijn intense leven je hem leert kennen.
Ik cover al die periodes, ik ken hem van 1986. Ook in Burkina Faso is Sven thuis.
Hij komt in Ouagadougou voor een organisatie, ontwikkeling via cultuur.
Heel flegmatisch en onverschrokken, tussen de zwarten een zwarte met een wit vel. In Afrika is hij helemaal in zijn element. Als start van zijn mountainbike-carrière duwt hij zijn nieuwe fiets moedig door de savanne.

Nog meer helden: de sponsors
Broederlijk Delen stelt geen zware voorwaarden aan de deelnemers van zijn wervingstocht.
Ze luiden: Als je deelneemt aan Dwars door Burkina ga je akkoord om minimaal €1.000 sponsorgeld in te zamelen voor Broederlijk Delen bovenop het deelnamebedrag. We verwachten dat je fit bent om deel te nemen. Meer niet. Burkina Faso, voor u uit de doeken gedaan en met foto's geïllustreerd
Burkina Faso is een vlak land, ooit een binnenzee, wel miljoenen jaren geleden dan.
Bij het opdrogen kraakte de Westelijke rand en ontstond een breuklijn van een paar honderd kilometer lang,
een drempel van honderd meter hoogte. Dat is het zo een beetje wat reliëf betreft.
Oh, een makkie, die fietstocht, zal je al denken. Lees verder. Burkinabezen, voor u gefotografeerd
Ofwel beschrijf je de mensen met woorden, ofwel ben je indachtig dat één beeld wel duizend woorden vertelt. Erwin en enkele anderen legden hun interesse voor de bevolking vast in foto's. Met die beelden kan ik heel veel woorden sparen. Hier zijn er alvast meer dan achtduizend.
Thomas Sankara, pionier van de Burkina-fierheid
Vijfentwintig jaar na zijn gewelddadige dood, blijft Thomas Sankara,
revolutionair en president van 1984 tot 1987 nog altijd fascineren.
Goudkoorts
Het lijkt wat op een archeologische site op het eerste zicht. Putten, waarin mensen naar beneden gelaten worden en waaruit aarde naar boven gehesen wordt. De delvers zijn niet spraakzaam. Ze zitten helemaal onder het stof. We horen dat de geïmproviseerde putten ongecontroleerde amateur goudmijnen zijn. Intrigerend, maar het bezorgt ons koude rillingen, er is niet de minste veiligheid voorzien, je durft je nauwelijks voor te stellen hoe het daar beneden aan toegaat. Burkina Faso en de fiets, tragisch begonnen
Er fietst een blanke in een gek pakje op de piste naar Bobo Dioulasso
Onze eigen tocht was grondig voorbereid. Vier professionele fietstochtenbegeleiders met een terreinwagen,
een motorfiets, een busje en een vrachtwagen zorgden voor de praktische omkadering,
het vervoer van de bagage, de bevoorrading onderweg, materiaalhulp en de bezemwagendienst. Onze fietstocht, 620 kilometer en 1001 kwellingen
Behalve één iemand, die er al een gelijkaardige toer in Senegal op zitten had,
wist geen enkele deelnemer precies wat hem te wachten stond.
Ondanks al de hulp, waarmee we omringd waren, bleek het veel zwaarder dan we ingeschat hadden, net op het randje van het doenbare.
Iedereen kwam ergens wel zijn man-met-de-hamer tegen. Ik geef graag een overzichtje van wat ze in Burkina
allemaal bedacht hadden om onze etappes onvergetelijk te maken. Hitte
In Burkina valt de regen in een drie à vier maand durend regenseizoen. Daarna is het acht maand droog.
En erg warm.
De kunst bestaat erin om kort na het milder maar onfietsbare regenseizoen, als de pistes weer berijdbaar zijn,
maar vóór die loden hitte toeslaat aan de start te staan. Dat zou dan eind oktober moeten zijn. Ongekoeld drinkwater
Poulet bicyclette
De tochten zijn lang, eerste dag 120 kilometer, tweede dag 106, respectabele afstanden met de mountainbike. Lekke banden
Slapeloze nachten
Eerlijk, de muggen, dat viel nog mee, daarvoor was het al wat te lang droog en heet.
Evenmin gezoem van airco's, want die waren er meestal niet. Harmattan
In het droog seizoen staat er in Burkina Faso overwegend een noorderwind.
Kijk op de kaart! Die wind, die waait dus frontaal uit de woestijn.
Burkina's bovenrand is helemaal woestijngebied. De Harmattan is droog, kurkdroog.
Je drinkt wat en honderd meter verder zijn je lippen weer droog, ook kurkdroog.
En het is een kopwind, want we rijden noord, onze projecten in de sahelstrip tegemoet.
Iedere kilometer ervaar je de harde strijd van de lokale mensen tegen de natuur nog meer aan den lijve, zal ik maar zeggen. Klikpedalen
Dit is eentje, waar de meeste anderen niet zo'n last zullen gehad hebben.
Na jaren aarzelen rij ik met klikpedalen. Je denkt er niet altijd aan, al fietsend,
dat je voetjes stevig aan de fiets verankerd zitten. Gevolg, vier valpartijen, waarvan een,
die me toch een dagonderdeel gekost heeft, want net bij mijn grootste duikvlucht droeg ik geen handschoenen
en schoof ik met mijn handen vooruit mijn fiets voorbij.
Pijnlijk, die handpalmen, toen ik de rode kiezeltjes eruit verwijderd had. Waar gaan onze sponsorcenten naartoe?
Zoals al gezegd bengelt Burkina Faso helemaal onderaan de ontwikkelingsladder en
in dat land gaat Broederlijk Delen dan nog eens werken in de armste streek, de Noord-Westelijke Sahel.
Die van Broederlijk Delen zijn duidelijk van geen kleintje vervaard. De tuintjes van Broederlijk Delen
Ongeveer tienduizend Euro kost de aanleg van een mega-moestuin rond Koumbri.
Een droog terrein, waar sinds mensenheugenis geen sprietje gras meer op groeide, wordt afgebakend.
Twee hectare ongeveer, centraal wordt een waterput geboord.
Als die voldoende diep is, kan er blijvend grondwater opgepompt worden.
De Sahel rust blijkbaar op rijke waterlagen, je moet ze alleen zien te bereiken.
Met dat water worden de tuintjes bevloeid en zijn naast de oogst van het lichte regenseizoen
nog twee extra oogsten mogelijk in het achtmaandendurend droge seizoen.
Lappen bevloeide grond worden voor 2 jaar aan families toegekend en
die kunnen er zich een appeltje voor de dorst kweken met uien en maniok. Ingewikkelder is het niet, efficiënt des te meer.
Mijn vijf minuutjes beroemdheid
Het stadje Koumbri organiseert een feestje voor de groep van Broederlijk Delen.
De timing was een beetje vervelend, het is net de dag van het belangrijke Offerfeest, zeg maar Kerstmis voor de Moslims.
Een maand na inschrijving ben ik er nog altijd niet uit hoe aan dat sponsorgeld te geraken.
Misschien betaal ik die som zelf wel. Steunkaarten verkopen aan vrienden, familie en kennissen,
geld bedelen bij bekenden, liever niet, ik heb er al altijd teveel schroom voor gehad.
Toch zijn er argumenten die ervoor pleiten om er nu één keer wel voor te gaan en steun te vragen:
dat project van Broederlijk Delen is loepzuiver, zowel in zijn opbouw als programma,
zelfs een beroepsvitter zal er geen verborgen steun aan een mensenrechtenschendend regime kunnen in ontwaren.
Daarnaast stellen de meesten van mijn vrienden en kennissen het zeer goed - God zij dank! - en zijn ze beter bemiddeld dan ik.
In het voorjaar steek ik dan van wal met mijn info- en wervingscampagne en
wanneer ik van Broederlijk Delen de eerste resultaten zie van de overschrijvingen, is het even schrikken:
er stroomt onwaarschijnlijk veel geld binnen. Die fondsenwerving is geen wedstrijd,
maar toch voelt het zo aan, als je week na week de tellers op de website ziet omhooggaan bij anderen en jezelf.
Uiteindelijk eindig ik (met andermans geld!) op de 5de plaats van 30 deelnemers. Drieduizendzevenhonderddertig Euro in mijn collectebus
of meer dan de helft van de kosten van het project om één waterput te graven, betonneren en van een pomp te voorzien.
Vóór de reis laat ik nog een T-shirt bedrukken met de voornamen van mijn sponsors.
Menig Burkinees wil weten waarom Sven, Jan en Koen er twee keer opstaan en wie Meisje dan wel mag zijn.
Maar ik blijf discreet natuurlijk.
Toch nog even al die voornamen opnoemen hier, een ere-saluut op mijn website hebben ze zeker verdiend.
Nick,
Dirk,
Sofie,
Daan,
Sven,
Marc,
Meter,
Marie-Paule,
Patricia,
André, Leen,
Ann, Marie,
Luk, Lulu, Koen,
Kris, Cecile, Yvonne,
David, Kristien,
Koen, Sylvia,
Linda, Werner, Jan, Joon,
Sven,
Hilde,
Meisje,
Pieter,
Stijn,
Anne,
Jan,
Peter, Guido,
Fransien, Heidi,
Hugo, Eric,
Tom, Judith, Tom,
Alberte, Jeanne,
Bert.
Van Zuid naar Noord is Burkina Faso klimatologisch gelaagd als een taartje,
stroken van tweehonderd kilometer breedte, mooi horizontaal op de kaart.
Een tropische zone, een savanne, grassteppe erboven en dan de sahel.
Je ziet de natuur stilletjes verschralen als je noordwaarts trekt, van dichte begroeiing en palmbomen,
rietsuiker en akkers tot eenzame doornenstruiken en bladerloze baobabs.
De steden bestaan uit stratenlange stalletjes en markten, waar voetgangers, fietsers en scooters zich een weg door banen.
Weinig autoverkeer. Hoofdstraten zijn geasfalteerd, de andere zijn verharde rode aarde, die weer soepel en kneedbaar wordt
in het driemaandendurend regenseizoen. Alleen een Sven Nys zou er dan aan denken om te fietsen.
Ook de meeste wegen tussen de dorpen, de pistes veranderen in het regenseizoen in loopgraven.
Hutten en woningen in de dorpen zijn haast uitsluitend opgetrokken uit leem en aarde.
Als er al eens een betonnen schoenendoos tussenstaat is het de moskee of de dorpsschool.
Burkina is tamelijk dicht bewoond, zeventien miljoen inwoners. Terwijl ik dit schrijf misschien al 18 miljoen.
Het is het vierde jongste land van de wereld - en het tiende armste -, zes overlevende kinderen per vrouw.
Overal zie je mensen, langs de wegen, op de velden.
In de dorpen lopen honderden kinderen in het rond en een paar tientallen volwassenen,
gelijk waar je even halt hield met de fiets of even wou rusten of hoopte van even een plasje te kunnen doen,
binnen de kortste keren kwam er iemand voorbij.
Altijd vriendelijk en rustig, wat nieuwsgierig, maar niet opdringerig. Geen vragen om geld hier of enig gebedel.
Inderdaad een land van fiere mensen, solidair binnen de groep en optimistisch.
Godsdienst is geen strijdpunt hier, fanatisme onbekend. Het Westen is overwegend moslim, christenen en kerken zie je in de steden. Moskees worden opgetrokken in adobe en aarde in die unieke Mopti-stijl van peervormige koepels met stokken, die er als cactusstekels uitsteken.
Sankara ging er hard tegenaan, bestreed kapitalisme, honger en armoede,
wou zijn land ontvoogden en economisch onafhankelijk maken en het Westen doen opdraaien voor de kolonisatie.
De erg Franse naam van het land 'Bovenloop van de Volta' (Haute-Volta) werd ingeruild voor het Land (Faso)
van de Fiere Mensen (Burkina). Het Lumumba-experiment van Sankara werd met kogels gestopt.
Zijn moordenaar werd president en is een kwarteeuw later nog altijd aan de macht.
Na een bewind van vijfentwintig jaar heeft die Blaise Compaoré zijn land op de 175ste plaats van de Menselijke Ontwikkelingsindex
van de Verenigde Naties weten te plaatsen, lager dan Haïti en Congo zelfs.
Alleen Niger en Sierra Leone volgen nog. Je kan je moeilijk indenken dat Sankara het er slechter zou vanaf gebracht hebben.
In Burkina Faso moet dus zo goed als alles nog gebeuren, onderwijs uitbouwen, huisvesting, gezondheidszorg, voedselvoorziening en .. democratie. In 2011 kregen de Burkinabés er stilaan genoeg van. In het voorjaar brak er her en der wat geweld uit. Het leek er even op dat de fietstocht niet zou kunnen doorgaan, maar de Arabische Lente stak de Sahara niet over.
Thomas Sankara had een felle medestander in Vlaanderen, Ludo Martens, die het zelfs even schopte tot adviseur.
Martens was een van de grote studentenleiders van Mei '68 en oprichter van de marxistisch-leninistische studentenbeweging AMADA,
iedereen boven de 40 wel bekend. Na de moord op Sankara schreef Martens een boek over hem.
De realiteit is nog onmenselijker, zoals ik in de krant lees een jaar later:
vrijdag 23 november 2012, 18u00, Belga
In het West-Afrikaanse Burkina Faso kon de politie meer dan 400 kinderslaven uit goudmijnen bevrijden.
Een politie-ambtenaar bevestigde vrijdag dat de kinderslaven gered werden. “We ontdekten hen in mijnen en haalden hen uit zeer diepe putten. De kinderen werkten onder extreme omstandigheden. Zo werden ze gedwongen in nauwe, tot 70 meter diepe schachten af te dalen en goud te ontginnen. Loon kregen ze niet. De meeste slachtoffers zijn jongens; de jongsten onder hen zijn slechts zes jaar oud. Meisjes werden bovendien vaak slachtoffer van seksueel misbruik.”
Bij de onafhankelijkheidsfeesten van het toenmalige Opper-Volta in december 1959,
was de Italiaanse campionissimo Fausto Coppi in Ouagadougou persoonlijke gast van de eerste zwarte president Maurice Yaméogo.
Hij was uitgenodigd om er samen met enkele andere wielergrootheden uit die jaren, onder wie Anquetil, Anglade en Bobet,
een criterium te rijden.
Terug thuis in Italië voelde Coppi zich niet lekker en tegen Kerstmis lag hij in het ziekenhuis.
Met hoge koorts werd hij er voor gele koorts en tyfus behandeld door Italiaanse dokters,
die het verband met zijn verblijf in Burkina Faso niet inzagen.
Het was echter de zwaarste vorm van malaria, die hem te pakken had en in minder dan een week fataal werd.
Op 2 januari 1960 bezweek de Campionissimo op 40jarige leeftijd.
Een halve eeuw later is preventie tegen malaria de regel, heeft Ouagadougou een straat genoemd naar Coppi, staat de 'Tour du Faso' op de kalender van de Internationale Wielerunie UCI en zijn verplaatsingen met de fiets er even populair en alledaags als in Nederland.
Nochtans hebben we er geen vermoeden van aan welke unieke onderneming we deelnemen. De editie 2012 van de ‘Dwars door Burkina’ moet Broederlijk Delen afgelasten door gebrek aan belangstelling en de politieke situatie in buurland Mali. De Koumbri provincie, ons reisdoel, grenst sinds 6 april 2012 niet meer aan Mali, maar aan de zelfuitgeroepen radicale moslim Toearegstaat Azawad. Het ontbrak er nog aan. En om het plaatje ‘annus horribilis 2012’ volledig te maken, in de ‘Tour du Faso’ sterft de Vlaamse deelnemer Gunther Cuylits aan een hartaderbreuk.
Iedere fiets werd voorzien van een GPS, waarop de tracks geladen waren.
Als je toch even het Noorden kwijtraakte kon je nog via een walkie-talkie een oproep om assistentie doen.
Iedere morgen werden de fietsen netjes afgesteld. Eigenlijk hoefden we alleen wat te trappen. Zo leek het toch ..
Aan twintig kilometer per uur hadden we alle tijd om Burkina in ons op te nemen.
De eerste dagen was het erg populair in de groep om de sympathieke Westerling uit te hangen en
voorbijgangers hartelijk te groeten en handje te slaan met de kinderen,
die zich in scharen van vele tientallen langs de weg opstelden, als ging het om de Ronde van Vlaanderen.
Als tegen de middag de vermoeidheid begon te wegen of na enkele dagen handjesklappen, nam die praktijk weer af.
Veel ander rechtstreeks contact was niet echt mogelijk. Er was niet alleen de taalbarrière,
ook zomaar een praatje slaan met de mensen rond je leek er niet echt bij te horen.
Weinig mensen spreken Frans en onze contacten beperkten zich tot gebarentaal.
We brengen de tijd dan maar door met naar mekaar te kijken, zij naar ons, in onze flitse fietspakjes,
zonnebrillen en zware fietsen, wij naar hen, de vrolijke kinderen
en de vrouwen in hun kleurrijke waxen en gesofistikeerde kapsels van vlechtjes en versieringen,
soms discreet overkapt met een lichte sluier.
Een keer de dagtocht erop zit plooit de groep weer op zichzelf,
zoals steeds bij een grote groep samen in het vreemde land.
Voor de meer formele contacten hebben we Christian, een Congolees, die werkt voor Broederlijk Delen.
Hij spreekt Mossi, de taal van Ouahigouya en Koumbri, waar de hulporganisatie actief is.
In 2011 was het regenseizoen erg kort. Er zijn geen seizoenen meer!
Als wij neerstreken was de koeltebuffer van het regenseizoen al helemaal opgebruikt.
Gevolg, onvoorstelbare hoge temperaturen. Nooit minder dan 32°C gemeten, 's nachts wel te verstaan en
overdag vlot boven de 40, tot zelfs eens 47°C.
Begeleiders zorgen de ganse dag voor water, bij het ontbijt en aan de pitstops onderweg, vele tientallen flessen per dag.
Allemaal even warm als de omgevingstemperatuur, 35°C 's morgens, 45°C 's middags.
Dan nog liever koffie op die temperatuur, maar die vind je bijna niet in Burkina. Water dus.
Je maag drijft de ganse dag rond in een binnenzee van warm water, je kan het zelfs horen klotsen.
Veel drinken, zeggen de begeleiders.
Dat vergt dus krachtvoer voor de fietser. In het Burkinees heet zulks 'poulet bicyclette'.
Iedere dag staat ze op het menu, die Burkina kip. Geen kippetjes in batterijen onder dwang gevoederd,
die na 6 weken levensloos aan de haak hangen. Nee -Gaia zal tevreden zijn- in Burkina kan een kip, die hard kan rennen,
heel oud worden. Want alle kippen zijn van het scharreltype en lopen vrij in het rond, echte broussedieren.
Je zou nauwelijks weten aan wie ze toebehoren. Wie er eentje wil eten, moet er een serieuze achtervolging voor over hebben
en krijgt waarschijnlijk niet de jongste kippetjes te pakken.
De kip op je bord in Burkina heeft dus bijna zeker een lang, gelukkig en vrij leven achter de rug.
Gevolg is dat ze taai is als wild en dat je moet kauwen als op gedroogde stokvis. Als het kaaksbeen uiteindelijk begint pijn te doen,
stel je je dan maar met wat rijst tevreden. De gevoelloze gezwollen maag heeft toch niet veel zin in verteeractie.
Energie? Niet veel meer na een paar dagen op dit voedingsregime.
Om volledig te zijn: Burkina heeft nog twee andere types kippen. De 'poulet des Blancs', die wel kan gekauwd worden en de 'poulet télévisé', een variante van de poulet bicyclette, die aan het spit gegrild wordt in het uitstalraam van de eettent.
Niet afwijken van de piste is de boodschap, zeker niet in het Noordelijk deel. Proefondervindelijk stellen we vast dat de schaarse struiken en bomen daar zich tegen het ongunstige klimaat beschermen met stekels en doornen. Je denkt tussen twee struiken door te kunnen laveren om een stukje af te snijden, pssht. Je rijdt even tot onder een boom om wat te rusten, zelfde akelig geluid. Niet getreurd, die begeleiders losten het probleem even snel op als de bandenwissel in de pitstop van de Formule-1. Comfort bij miserie, als het ware.
Zonder het wondermiddel van Rita uit Antwerpen, een soort verband als tweede huid, de atletenpleister 'compeed'
had ik wel nog een dagje extra moeten wachten voor ik de rubber handvaten van mijn stuur opnieuw kon vastpakken.
Twintig jaar geleden staken ze van wal.
Voor wie er toen al bij liep, onze oren zinderden nog na van de Honger-in-de-Sahel oproepen en de Live Aid programma's
die toen sneller uit de grond schoten dan de boontjes en maniok, die zo nodig waren.
Na twintig jaar tussenkomst en ondersteuning via lokale organisaties is
de impact van de Vlaamse organisatie zichtbaar op het terrein.
De streek werd herbebost, velden en weiden werden met lage muurtjes ingedijkt en waterputten gegraven voor
bevloeiing van groentenakkers.
Medewerkers van Broederlijk Delen, sterk in zichzelf wegcijferen,
zouden die vlugge omschrijving van mij gewis afkeuren en de nadruk leggen op de zelfontwikkeling,
het bewustwordingsproces, de kennisuitwisseling en meer van die niet-tastbare resultaten van hun inspanningen.
Ik wou mijn gulle sponsors vooral het zichtbare resultaat laten zien en
het bezoek aan onze waterput was trouwens voor de volledige groep het orgelpunt van de fietstocht, de bekroning van een jaar fondsen werven en Burkina Faso trotseren op de fiets.
Toch maken alle notabelen zich vrij om ons te ontvangen. We herkennen de Chef Coutumier, de Gouverneur van de provincie,
de Brigadier van politie, de Imam, de Voorzitter van de coöperatieve landbouwvereniging en de plaatselijke correspondent van
de krant 'L'Observateur Paalga'. Zij bieden ons vandaag een feestmaal aan in de stedelijke feestzaal van Koumbri.
Onze groep zit met een vervelend probleem. Naamgenoot Frank, mede-fietser en vertegenwoordiger van Broederlijk Delen, die van dag één
de rol van woordvoerder van de groep op zich neemt, zorgvuldig de reis documenteert, als een reisleider zorgt dat alle kleine
ongemakjes opgelost worden en dat de zieken verzorgd worden. Wel, onze Frank, die is op de laatste dag zelf ziek. Ongelooflijk ziek.
Hij ziet eruit alsof hij model moet staan voor een of andere miserie-campagne van de organisatie. Vervelendste is dat
hij vandaag de verzamelde hoogwaardigheidsbekleders niet van antwoord zal kunnen dienen tijdens de speeches aan de feesttafel.
Je raadt het al: ik heb het moeten doen. In het Frans, met wat Arabisch voor de gelegenheid. Waarachtig een onverwachte afsluiter van
een op alle vlakken bijzondere ervaring. Kurt maakte er zelfs een filmpje van.
Meer foto's om je een Afrikaanse 'feel' te geven: hier klikken