Groenten uit Biarritz! 

2002

Baskische gastronomie op bedje van maïs


‘Mechelen, 07 juni 2002

Geachte Heer,

In het voorjaar heeft u deelgenomen aan onze ‘Bonduelle-groentenroute’ – wedstrijd in de krant. Van alle inzendingen heeft u alle vragen het best beantwoord en bent u dus tot winnaar verkozen. Met veel plezier bieden wij u een Weekend (*) in ZW-Frankrijk aan voor 2 personen in een Hôtel-Restaurant in Biarritz. De exacte afreisdatum zal waarschijnlijk doorgaan op vrijdag 23 en zaterdag 24 augustus 2002. Gelieve ons vóór 24 juni mee te delen of u deelneemt of niet. En zo ja, met of zonder partner. Wij wensen u alvast een goede reis en danken u voor uw interesse in Bonduelle en deelname aan de wedstrijd. Met vriendelijke groeten, Annik Müller.

* Weekend omvat: vlucht Brussel-Biarritz heen en terug, overnachtingen in vol pension, rondleiding met wijndegustatie.’

Een brief in de bus, ziet eruit als een reklame-zending. Of nee, wat is dit? (Bovenstaande tekst). Knijp me in de wang, dit is te gek! Die bon in de krant in februari of maart. Heb ik die dan opgestuurd?! Daar heb ik nooit meer aan terug gedacht. Het ging over het gebruik van pepers in de keuken. Welke kleur heeft een rode peper als hij nog niet rijp is? Groen. En een groene? Ook groen. Het stond in de tekst. En de schiftingswedstrijd? Hoeveel blikjes ingemaakte pepers zullen we tussen die en die datum verkocht krijgen? Ik dacht '206.000', bleken er maar enkele meer te zijn. Gevolg: een week-end Biarritz! Volgt een drukke correspondentie met Bonduelle. Annik beleeft er plezier aan van te schrijven 'de heer en de heer Frank en Tommie'.

Vrijdag 23 augustus 2002
Afspraak is gemaakt om half vijf aan het Car Hotel in Diegem. We krijgen een ontbijtpakketje, twee kranten en een grote, luxueuse bus voor ons twaalven. Twee dametjes van Bonduelle zullen ons begeleiden. Kwestie van een gesprekje aan te knopen, wil Tommie al onmiddellijk weten of reisleidster Annik Müller familie is van Madame Cécile Müller, de grootbegijn van Miss België.
Juul van Staf cars is onze meer dan eigenzinnige chauffeur, hij kent zelfs binnenwegen op de autostrades. Met het doel files te ontwijken - die er op dit vroege uur niet zijn - gaan we heel traag langs gewestwegen om dan na meer dan een uur zigzaggen even vóór Bergen toch de autoweg naar Parijs te nemen. Bij de luchthaven Charles De Gaulle doet hij het weer en we rijden zonder aarzelen de afrit voorbij. Zijn short-cut hier blijkt echter niet meer te bestaan. We moeten helemaal tot St-Denis rijden om rechtsomkeer te kunnen maken en als we dan eindelijk Hall F van de luchthaven bereiken is de check-in van onze vlucht al afgesloten! Het wordt zoeken naar een alternatief en dan een rit naar de luchthaven van Orly om daar tegen de middag een andere vlucht te halen naar Biarritz.

De lange verplaatsing en het wachten geven ons al ruimschoots gelegenheid om met de andere winnaars kennis te maken, onder wie Poppie ongetwijfeld de titel van populairste wil opstrijken. Paule, troetelnaam Poppie, is een kwieke, extroverte Westvlaamse van 66, mager en scherp, wit haar, gekleed op zijn Amerikaans. Ze is een wereldberoemde pianiste en claveciniste en kind aan huis bij Radio Klara en de VRT. In de tijd dat de BRT nog meer aan volksopvoeding deed, kwam ze heel geregeld op de buis een stukje klavecimbel spelen en werd ze de volgende dag aan de kassa in de GB herkend. Paule heeft de wereld afgereisd om concerten te geven en speelde voor het Goethe Institut in een rits onwaarschijnlijke Afrikaanse landen. Ze is afkomstig uit Waregem, waar haar 90jarige moeder nog woont en ook haar oudste broer, een van de honderd rijkste Belgen, maar 'vertel dat niet verder'. Haar man Lucas, zoon van een overheidsstedenbouwkundige in Belgisch Congo, werd geboren in Bukavu en werkte tot 1967 voor het SN-restant Air Congo. Directeurs Dieu en Dekker, Arend, allen bekenden van hem. Later kwam hij in de automobielsector terecht en werd specialist oppervlaktebehandeling van koetswerken. Hij bracht tien jaar door in Londen en Frankfort. In Londen heeft hij nooit lekker gegeten. Hun sterkste verhaal is wel de dwingende opdracht geweest die hij ooit kreeg op ski-vakantie om zich zonder verwijl naar Barcelona te begeven. Onderweg moest hij zich nog een pak aanschaffen en Poppie haar ski-kleren inruilen tegen een lichter ensemble. Poppie en Lucas wonen nu in de streek van Diest in een groot domein met een tiendenschuur en een wijnkelder van 800 flessen, waaruit hun gasten mogen kiezen tijdens het aperitief. Op hun website stellen ze zichzelf voor. Poppies heeft het er ook over haar passie voor klavecimbel en muziek van vrouwelijke componisten, de miskende groep uit de muziekwereld.
Volgende medereiziger Sven is een joviale beroepsmilitair, student aan de KMS in Brussel. Zijn vriendin Annelies een grijs muisje. De enige twee Franstaligen, Laurence en Philippe uit Doornik, krijgen een onverwachts taalbad Nederlands.

Bij aankomst in Biarritz hebben Katrien en Annik twee auto's gehuurd en rijden we de stad in op zoek naar toprestaurant L'Operne. We krijgen er de eerste van vele rijke maaltijden, die gaan volgen, aperitief tot koffie. Het kan al niet meer stuk. Ik zit rechtover Gerda van de aankoopdienst van Telenet. Hoewel de groep ons er wat toe aanspoort, zien we af van telecom-oorlogje spelen. Gerda is vergezeld van haar man Johan, werknemer bij het Molenbeekse Ring Ring, dat info en prijskamp telefooncampagnes voor bedrijven organiseert. Na de voortreffelijke maaltijd met zicht over het ruwe strand van Biarritz en de rotsen vóór de kust, rijdt Annik met ons vlotjes de 150 km af tot Bordères, waar een 4 hectare grote fabriek van Bonduelle staat.

In het bezoekerscentrum van het indrukwekkend complex, worden we ontvangen door Eliane. Die houdt het midden tussen een kampbewaakster en een schooljuffrouw. Ze heeft het aan de hand van schema's uitgebreid over de 'garden peas', de princesseboontjes en de maïs. Die 'garden peas' zijn knikkergrote knalgroene erwten. Alleen Engelsen willen die eten. Lucas probeert lichtgniffelend een vraag te stellen over gemanipuleerde gewassen. Eliane veegt hem radicaal de mantel uit voor dergelijke tendencieuze onzin en Lucas kleurt daarbij bloedrood van onhandigheid. Poppies mond valt open van verbazing, zo heeft ze haar man nog niet zien stuntelen.
Tommie in beschermpak voor het bezoek aan de groentenverwerkingshall van BonduelleVoor het fabrieksbezoek moeten we ringen, kettingen en uurwerken achterlaten om te vermijden dat die later in Skandinavië in een blikje maïs gevonden worden. We krijgen zo'n idioot koninklijke-bezoekers-papieren-kapje op en idem jasje om.
De immense fabriek bestaat uit vier delen, lossen van de maiskolven, ontgranen en triëren, inblikken en pasturiseren, verpakken en stapelen. Zeshonderd blikjes per minuut schieten door de fabriek. De machines komen uit Minnesota. Ze kunnen kolven in de juiste richting leggen, de enkele onvolmaakte graantjes uitzuiveren door ze met een optisch gecontroleerde waterstraal weg te schieten, terwijl ze voorbijflitsen op een band en blikjes, die niet volledig gesloten zijn, uit de keten verwijderen. In de verpakkingsloods worden in verschillende talen Bonduelle etiketten gekleefd. Op groenten van mindere kwaliteit komen namen van andere distributeurs. Ha, dat hebben we duidelijk gehoord. Voor een bezoek aan een veld dat geoogst wordt is het te donker intussen, ook al gaat de productie dag en nacht door.

We stuiven weer terug naar Biarritz, Katrien, ietwat onzeker als chauffeur probeert al niet meer te volgen. In Biarritz is het dan weer tijd om uitgebreid te gaan tafelen in een bekend restaurant van de Port Vieux, maar Tommie en ik zien het niet meer zitten. Het is al na tienen. We lopen dan nog even de kerk van Sainte Eugénie binnen naast ons hotel. Er is een goedkoop concert aan de gang en vijf minuten later zijn we al op onze kamer van Hotel Florida.

's Morgens zijn we natuurlijk de eersten aan het ontbijt. De koffie is vreselijk slecht. Buiten valt een stortvlaag, genre zondvloed. Zo kunnen we Baskenland niet gaan verkennen. Gelukkig is tegen tienen het rampenplan weer opgeborgen en vertrekken we met de twee auto's voor een lange tocht.
In Biarritz is het Baskische element nog niet zo sterk zichtbaar, een vlagje, een kaart, maar niet zoveel opschriften in de taal. Enkele kilometer buiten de stad - op onze favoriete manier hebben we intussen alweer extra rondjes gedraaid op enkele ronde punten, want Annik rijdt sneller dan we aanwijzingen kunnen lezen - wordt het Baskische element al sterker. De streek staat vol grote chalet-achtige huizen, de meeste dragen fier een naam in het Baskisch. Gekke taal, dat Euskara. Even onontcijferbaar als Fins of Hongaars en volledig in dit hoekje van Frankrijk en Spanje gedrumd door de Romaanse buurtalen. Bizar, om het met het enige Baskische woord in het Nederlands te zeggen.
In Arrangoitze of Arcangues wordt alles tweetalig. Het stadje bezit in het centrum een sportveld voor het Baskische pelota. Bij een van de varianten, het Cesta Punta, dragen de spelers een gekke rieten mand aan de hand. Graf van Luis Mariano, Franse populaire tenor, tv-vedette uit mijn kindertijd, blijkt een Spaanse Bask te zijn. Arcangues bezit ook nog een vergaderzaal in openlucht, waar in een halfcirkel stenen banken en een troon opgesteld staan, een prachtig intiem kerkje met een roodhouten koor en twee verdiepingen houten tribunes langs de zijwanden. Op het kerkhof staat op de zerken het symbool van de 'vier ventilatorschroeven', het Baskisch teken van leven. Hier ligt de Franse vedette Luis Mariano - Mexico, Mexiiiiico - begraven, gestorven in 1970 en nog steeds is zijn graf bedolven onder de bloemen.
Van Arcangues gaat het dan naar Senpere of St Pée-sur-Nivelle. Annik racet over de weggetjes : 'Mooi, dit Baskenland, niet?', 'Waar?', 'Te laat, we zijn er al voorbij!' Aan het meer zitten we al opnieuw aan tafel voor een vismaaltijd met crème brûlée als dessert. Als we terug vertrekken hebben Lucas en ik het op een akkoordje gegooid om het tochtje wat langer te maken. De dames van Bonduelle volgen blindelings onze aanwijzingen op. Zo komen we eerst in Sara, een klein knap dorpje. Annik weet nog fresco's van een tijdsgenoot van Picasso hangen op de muren van een verblijfstehuis. We wandelen langs straten met prachtige platanen. Aan het lokale cultuurhuis zitten jonge Spanjaarden wat opstandig te doen met Baskische vlaggen. Misschien heeft het te maken met het komende verbod van de Baskische Basatuna partij door de regering van de perfide Aznar.
Tijd om even over die grens te wippen naar Hegoalde, het Spaanse gedeelte van Baskenland. Tommie is intussen wat buiten strijd.

Terug in het Franse gedeelte hebben Lucas en ik nog zin in een wandelingetje in St-Jean-de-Luz. Het pittoreske stadje wordt net overspoeld door een toeristenstroom. Chauffeur Katrien is doodop. Om de file op de weg terug naar Biarritz te vermijden, maakt ze rechtsomkeer naar de autostrade. Die zit nog voller.
Organisatrice Annik en winnaar ik.Gerda en Johan zijn in Biarritz gebleven. Allen samen wandelen we naar het restaurant 'Bains de Nuit' voor nog maar eens een driegangenmaaltijd. Ik neem voor de tweede keer op dezelfde dag tong. Tommie eet niet mee deze keer. De anderen gaan er opnieuw met volle ambitie tegenaan en de wijn vloeit rijkelijk. Tegen twaalven zijn we terug in Hotel Florida voor een heel korte nacht, want om kwart na vijf blaast Annik al het vertrek. In de ondergrondse parking proberen we nog wat verkeerd te rijden en dan gaat het naar de luchthaven, check-in tussen de surffreaks met hun grote planken, vlucht naar Parijs en met dezelfde chauffeur Juul naar Brussel.
Aan de grensovergang doet Juul-van-Staf-cars zijn reputatie van knoeier-eerste-klas alle eer aan door een routine-controle van de boorddocumenten en de tachograaf te laten uitgroeien tot een verhoor van meer dan een half uur en een fikse boete. In Melsbroek nemen we aangedaan afscheid van mekaar en gaan de gekregen blikjes maïs richting thuisfront. *

*
ze staan er nog altijd