Jordania 

1997, 2008 & 2009

Zand tussen de boterhammen

Ooit hoorde ik dat Vikings opzettelijk misleidende namen gaven aan de streken, die ze in hun glorietijd ontdekten. Zo wilden ze eventuele belagers op een verkeerd spoor zetten. Het nog enigszins vruchtbare eiland midden de Noordelijke Atlantische Oceaan kreeg de naam Ijsland alsof er niets te verdienen viel en voor een verderopgelegen volledig onherbergzame klomp ijs bedachten ze de aantrekkelijke naam Groenland. Wie weet hoevelen er zijn ingetuind!

Ook Jordani� zou zo'n een Vikingnaam kunnen zijn. Genoemd naar de Bijbelse waterloop, die in het echt een korte, waterarme rivier aan zijn Noord-Westelijke grens blijkt te zijn v��r die zich onbruikbaar maakt in de zoute, inkrimpende plas van de Dode Zee, heeft dit land weinig of niets met water te maken, op een kustpunt van 20 kilometer aan de Rode Zee na. Met droge, dorre streken dan weer des te meer.

Hoe zou het er trouwens nog mee zijn, met Jordani�?
Dat bescheiden koninkrijkje midden de meest explosieve regio ter wereld. Het landje met van die buren, die je liever niet aan de andere kant van je tuinhuisje hebt. Isra�l met zijn 150 Amerikaanse kernwapens en door de wereld getolereerde agressie, Irak, door de 'coalition of the willing' naar de democratie gebombardeerd, Saoedi-Arabi�, dat met de zegen van datzelfde Westen dan weer in de Middeleeuwen geparkeerd blijft en tenslotte Syri�, dat zich offici�el bevindt op de 'As van het Kwaad'.
En daartussen Jordani� in een amechtige poging om een moderne, tolerante samenleving op te bouwen. Zonder grondstoffen (op wat fosfaten na), zonder petroleum, zonder landbouw, visserij noch industrie. Wat doe je dan? Wie niet sterk is, moet slim zijn. Jordani� met drie van zijn topsites: Jerash, Mount Nebo en Petra. Kaartcopie: worldtravels.comJordani� zet toerisme op, bouwt een performante dienstensector uit, sluit (koude) vrede met Isra�l, laat de Saoedi's alcohol komen drinken aan de Rode Zee, steunt de oude Iraakse elite en zijn vluchtelingen en terzelfdertijd het door de Amerikanen gecontroleerde land en voor de rest, je vooral niet laten opmerken. Low profile.
Dat lukt niet altijd. Eind 2005 kwamen tientallen mensen om in drie zelfmoordaanslagen in internationale hotels. Een bomvrouw ging niet af en in haar ondervraging werd het ganse complot blootgelegd. Het toerisme kreeg een dip, maar niets is korter dan het geheugen van toeristen. Als we drie jaar later in een van diezelfde hotels in Amman logeren, kan niemand van de toeristengroep zich die aanslagen herinneren. Het voelt wel wat vreemd aan om in diezelfde zaal aan te staan schuiven voor het buffet..

In 1997 maakte al ik een lange tocht door Jordani� met de rugzak. Jordani� was gewoon het eerste ticketje van een stapeltje, dat ik gekocht had bij mijn vertrek van Sabena in september van dat jaar. Bedoeling was met die 'free tickets' voor personeel in de luchtvaart (10 percent van de formele waarde en zes maand geldig) gedurende drie maand wat in alle richtingen te vliegen en dan te starten op mijn nieuwe werk. Reizen met zo'n 'R2' ticket maakt vliegen vanzelf al wat avontuurlijker. Krijg ik een plaatsje aan boord? En nog spannender: geraak ik wel terug? Ik schrijf er wel eens iets over.
Een tiental jaar later stond ik op korte tijd twee keer terug in Amman als begeleider van groepen toeristen.
Hoe dat in zijn werk ging in 1997? Rugzak, backpackershotels, openbaar vervoer, geen voorbereiding op internet, reisgidsen met achterhaalde informatie. Het land van onderuit gezien, als het ware. En met die groepen in 2008 en 2009? Eigen geklimatiseerd vervoer, eigen gidsen en chauffeurs, de meest luxueuse hotels en contact met het land via het zoekertje van het digitale toestel. Jordani� van bovenuit dus of van ver erboven!

Als ik die twee gezichtpunten samenbreng krijg ik misschien een genuanceerd tussenbeeld? Wie weet, even proberen. Eerst moest ik het verhaal van tien jaar geleden wel wat oppoetsen, een decennium was genoeg om het een sfeertje 'uit de oude doos' te geven. De vertaling naar 2009 staat schuin (in 'italic').


1997


Een eerste vlucht vanuit Brussel met Sabena (precies 4 jaar v��r het failliet van 7 november 2001) en aansluitend in Parijs met Air France naar de Jordaanse hoofdstad Amman via Damascus. Vlak v��r de landing in de Jordaanse hoofdstad doet een passagier nog lastig over de vertraging bij vertrek in Parijs. De steward snijdt hem de pas af: 'We hebben twintig minuten sneller gedaan over de vlucht en de tussenstop in Damascus in een half uur afgewerkt, we komen dus tien minuten te vroeg aan in Amman, waarvoor onze excuses.'

Op de Jordaanse luchthaven verloopt het aankomstritueel heel vlot. Ik wissel wat dollars (de toenmalige frank werd niet gewisseld in die landen) en moet me haasten om het pakje Jordaanse dinars te onderscheppen, dat een bankbediende van opzij over de toonbank schuift. Met de luchthavenbus gaat het dan snel naar het centrum van Amman. De eerste indrukken zijn er van een grote, moderne Westerse stad. Geen verrassing als je hoort dat Amman begin 1900 nog maar bestond uit een groepje huizen rond de ru�nes van de oude Romeinse stad. De Turken bestuurden dit deel van hun Ottomaanse rijk toen vanuit het plaatsje Salt in Noord-Jordani�. De Engelsen verkozen Amman als centrum van hun Mandaatgebied, in 1946 werd het de hoofdstad van deze nieuwe staat en met de massale inwijking van Palestijnen bij de creatie en de oorlogen van Isra�l en tenslotte de Golfoorlog, ging het in enkele decennia van een paar duizend naar meer dan ��n miljoen inwoners. - dat was in 1997, elf jaar later zijn het er al meer dan twee miljoen -
Het hotel aangeraden in de 'Trotter' (Guide du Routard) is al meer dan een jaar dicht. Een gelijkaardig onderdak er vlak naast, het Riviera hotel, moet het dan maar doen. Honderdvijftig frank (3,75 EUR) voor een bed met een matras, gebogen als een banaan en lawaai de klok rond. Jonge rugzaktoeristen scheppen op dat ze zelfs slaapplaatsen kennen aan 75 frank (1,87 EUR). Voor mij hoeft het niet. Ik heb mijn beschermende linnen slaapzak thuis vergeten en wil niet te ver afdalen op de ladder van hygi�ne. Het voortdurend laagbudget gediscussi�er onder de Europese trekkers, die ik ontmoet zorgt er wel voor dat ik zuiniger zal optreden dan bedoeld, alles inbegrepen zo'n 30 dollar per dag.

De volgende morgen ligt het openbaar vervoer stil in Amman en dus staan wel 200 mensen aan te schuiven voor een taxi naar een van de grote busstations. In de rij wil iemand al direct weten wat ik van Isra�l denk. De Ammanezen blijven wel vriendelijk in hun bescheiden beetje Engels. En maar roken ondertussen, zonder scrupules voor de anderen. Een Palestijn, die mee het gesprek volgde, komt me nog vlug even achterna gelopen in het busstation om te zeggen dat Palestijnen aardiger zijn dan Jordani�rs. In de stad en het land leven er in elk geval van alle twee ongeveer evenveel op een totaal van 4 miljoen inwoners - intussen bijna 6 miljoen.

Na een snelle, korte busrit komen de ru�nes van Gerasa (Jerash) in zicht, een indrukwekkend complex binnen een cirkelvormige oude muur. De linkerhelft is opgravingsgebied, de rechterhelft is overbouwd met de typische vormeloze betonconstructies, waar ze zich in de derde wereld in specialiseren. De Romeinse stad lijkt wel een woud van zuilen, de meeste recent weer heropgericht. Er staat een triomfboog voor Keizer Hadrianus, de man van de Villa in Tivoli en van de knappe Antinous. Gerasa vonden die twee geliefden vast indrukwekkend, op hun weg vanuit Syri� naar Egypte en naar de tragische dood van Antinous in de Nijl. Zo'n reis naar Egypte is nu weer gevaarlijk geworden, je kan vermoord worden door fundamentalisten v��r het Egyptisch museum in Cairo bijvoorbeeld (in 1997 schoot iemand op een groep wachtende toeristen in de Egyptische hoofdstad, met veel slachtoffers. Alweer iets dan niemand zich nog herinnert). Alsof het over een moderne stad gaat, blijkt het stadsplannetje van Gerasa in de 'Guide Bleu', uitgave 1986, nu flink achterhaald. Overal staan 'nieuwe' ru�nes. Kleine groepjes archeologen gaan er hard tegenaan, want het begin van het academisch jaar nadert en ze moeten 'nog effe dit stukkie tepidarium van de thermen blootleggen' (universiteit van Amsterdam).
Gerasa/Jerash - Romeinse ovalen forum Centraal in Gerasa ligt het omzuilde ovalen forum, een soort voorloper van het Sint-Pietersplein.
Bij het beeld midden het forum, zit een jongetje van vier of vijf vreselijk te huilen. In de metalen bak van een schijnwerper heeft hij ��n van de kleine pakjes kauwgom, die hij verkoopt, laten vallen. Daarmee ziet hij waarschijnlijk zijn ganse dagwinst verloren gaan. Met veel gepruts en wat wrikken aan de oude stenen, kan ik hem helpen om zijn bezit terug te krijgen. Als beloning moet ik het opgeviste pakje kopen.
Amerikaanse toeristen gaan uit de bol, als een grote hagedis op een hete steen verschijnt. Hun gids krijgt zijn verhaal over het unieke driekerkencomplex niet verkocht. Ze achtervolgen het dier met de camera en zo komen de prachtige moza�eken dan ook op de foto.
In Ajlun, zo'n 25 kilometer meer naar het Noorden staat een massieve burcht uit de tijd van de Kruistochten. Dit was de voorste linie van de Moslims. Je kan van bovenop het meer van Tiberias en de Jordaan zien liggen. Ik zoek een mooi kader voor een foto. Overbodig, want .. mijn nieuwe fototoestel is weg. Terug naar beneden van de burcht besluit ik de volledige weg over te doen, over alle stopplaatsen tot aan die laatste foto in Gerasa. Het zal niet baten. Op terugweg naar Amman zit ik te overwegen hoe ik dat aan Koen ga vertellen. Daar gaan ook mijn foto's op hetzelfde rolletje van mijn afscheidsdrink in het Zaventemse caf� 'Pitchers' van verleden week vrijdag, van Leb�gue, Ronny, Anja en al die halve garen. Verdikkeme! 's Avonds in Amman koop ik dan maar een foto-bakje van twee keer niets voor de volgende dagen.

De oude Romeinse hippodroom van Amman staat vol paarden. Het zijn wel van die 20ste eeuwse rammelkisten van busjes, die ongegeneerd hun uitlaatgassen staan te spuien. Ik doe er de eerste etappe op de Koningsweg mee, de historische weg door de Romeinse Keizer Traianus aangelegd van Syri� tot aan de golf van Aqaba.

Madaba is de eerste grote stad op die Tariq Al-Sultan, nog altijd een christelijk bastion. Hoog op de heuvel staat de Orthodoxe kathedraal, toch een verrassend zicht in dit Arabische land. In hun haast om zich te vestigen op deze heuvel in de jaren 1880, vernielden de christelijke inwijkelingen uit de meer zuidelijk gelegen stad Kerak haast alle Byzantijnse ru�nes en moza�eken. Hier en daar bleef er eentje verborgen en die wordt nu met veel zorg blootgelegd. Madaba - 6de eeuwse Byzantijnse moza�ek met het plan van Palestina uit de Sint-Joriskerk - detail: plan van Jeruzalem
Het pronkstuk is de fameuze 'Kaart van Palestina', een zesde-eeuwse moza�ek van 25 meter breed die alle pelgrimsroutes toont naar Jeruzalem. Een nieuwe kerk werd over de moza�ek gebouwd en gidsen staan nijver de steden aan te wijzen op de stenen kaart. De Heilige Stad Jeruzalem, aangeduid als ΗΑΓΙΑ ΠΟΛΙС ΙΕΡΟΥСΑ(ΛΕΜ), is een toeristisch stadsplan in 6de eeuwse versie. Op de kaart, 90 graden naar links gedraaid ten opzichte van onze klassieke ori�ntatie, zijn de voornaamste straten en gebouwen aangeduid, waaronder de nog bestaande Heilige Grafkerk, onderaan binnen de muren.

Van Madaba gaat het snel naar Diban. Hier is de Rijksuniversiteit van Gent een onduidelijke ru�ne aan het omkeren. In Diban dan word ik overgeleverd aan priv�-chauffeurs voor het stukje weg naar Ariha door de indrukwekkende canyon van de Wadi Al Mujib vallei.
Wadi Mujib dal langs Kings Highway In 2008 bots ik op hetzelfde uitzichtspunt op twee langeafstand fietsers, een Italiaan en een Nederlander, die van Kairo op weg zijn naar Europa. De Al Mujib vallei is hun hardste dobber sinds de start. Hier is Lisa (mijn medereizigster uit mijn Istanboel fietsverhaal) in september 2007 ook doorgetrokken op weg van Duitsland naar haar werk in Aqaba.
Na Ariha gaat het weer vlot verder naar Kerak en zijn kruisvaardersburcht. Het hele complex van Kerak is ondertunneld en onderkelderd. De Latijnse heer woonde onder grondniveau om zijn West-Europees koudelandengestel niet al te zeer te beproeven in de zomer. De vele Vlamingen in de Kruistochtenlegers vonden het hier waarschijnlijk heet als in de hel. Vandaag waait nochtans een frisse wind over de grote vlakte binnen de burcht. Anders is de temperatuur eind van deze maand september ideaal om te reizen, zo'n 20 tot 25 graden en zo zal het de ganse reis blijven. Tien jaar later vinden we de burcht van Kerak spic-en-span opgefrist als hij in de Middeleeuwen niet eens zal geweest zijn en van een interessant museum voorzien.

Volgende etappe is Tafila. De sfeer verandert, ik daal af in het diepere Jordani�. In de busjes worden mannen en vrouwen gescheiden. Als er al een vrouw zit, wordt een bank met drie niet gedeeld. Het is een voortdurend geschuif van de ene bank naar de andere. Bij iedere wisseling van passagier, proberen de gesluierde vrouwen telkens opnieuw in meest compacte zitconstellatie bij mekaar te gaan zitten. Onderweg staat iemand erop van voor mij het busticketje te betalen. Gisterenavond betaalde een Jordani�r mij al een bordje humus met olijfolie en brood in een klein restaurant. Ik merkte het pas toen ik zelf wou betalen.
In Tafila zit ik vast. Het is nochtans pas 3 uur in de namiddag. Geen bussen meer tot morgenvroeg. Er zijn een paar kamers beschikbaar boven een kippenslachterij. De lezer wil niet weten hoe het eruit ziet en welke geur er rondhangt.

Ik heb mijn Micronesisch wekkertje op 5 uur gezet om de eerste bus te onderscheppen en bereik Petra voor dag en dauw. Petra heeft hotelletjes op iedere straathoek. In ��n ervan vraagt de baas gewoon hoeveel je wil betalen. In functie daarvan sluit hij al dan niet de deur van de badkamer af of maakt een slaapzaal van de kamer. De rugzaktoeristen uit Amman zijn er weer. Een Koptje uit Cairo doet het onderhoud. Aan de ingang van de historische site van Petra horen twee arche-types van Nederlandse toeristen dat de toegangprijs 1000 BEF (25 Euro) bedraagt, 'twentie jiers agouw, it was greitis' zegt de ene en .. ze gaan terug. Ik neem een tweedagenpas van 1250 BEF. Voor de eerste twee kilometer staan paarden klaar. Petra, de 'Khazna', of 'Treasury' of 'Schat van de Farao', maar vermoedelijk een Nabate�sch koningsgraf.Het is zeer rustig in de fameuze Siq, de canyon, die naar de oude stad leidt. De lucht is droog en fris, sfeer, kleur en vorm doen aan de Australische rode steenmasssa's van de Olgas en Ayer's Rock denken. In dit naseizoen lopen er meer verkopers, gidsen en bewakers rond dan toeristen. Daar zijn die twee Vlaamse ge�mancipeerde dames weer, die ik al een paar keer gezien heb. In de reusachtige site is het erg stil. Ik neem de canyon naar de oude Romeinse stad. Na een tijdje valt het op dat alle rotsen verkapt zijn tot graven. Petra lijkt ��n grote begraafplaats. Op een rots boven het Romeinse stadsdeel torent een kruisvaardersburcht, de meest Zuidelijke van alle Latijnse versterkingen. In een museumpje staat het schamele resultaat van opgravingen in Petra tentoon . De bewaker biedt me een kopje thee aan, zonder bakshish te verwachten. Het toeristenseizoen is erg goed geweest, zegt hij tevreden.

Petra verdween in de vergetelheid na de kruistochten. Pas in 1813 werd het herondekt door de Zwitser Burckhardt, een verre grootvader van onze vroegere Unesco-medewerker in Fez. De Khazneh is de bekendste tempel of grafgevel. Het is de overgekende locatie van de film 'Temple of the Doom'. Wat mijn reisgidsen nog niet vermelden is de Byzantijnse kerk, die pas in 1992 opgegraven werd. Sinds begin dit jaar (1997) kan de opgraving bezocht worden. Ik moet er wel voor over een muurtje klauteren en de bewaker wat in de hand stoppen. Er is een bijna volledig intacte moza�ek te zien, twee lange banden medaillons links en rechts van het schip. De afbeeldingen stellen zowat de hele 5de eeuwse dierenwereld uit dit deel van de wereld voor. De jonge Amerikaan, die met zoveel precisie de basiliek in dit maanlandschap van antieke brokstukken gesitueerd had, werd net na het blootleggen van het eerste stukje kerk gestoken door een plaatselijke kwaaie mug. Opgeslorpt door de geweldige ontdekking liet hij de steek voor wat ze was en overleed twee weken later!

Noch recenter (nog steeds in 1997!) zijn de graafwerken in de toegangskloof, de Siq. Een Zwitser laat er meer dan twee meter van de bodem wegschrapen en stoot op volledig intacte stukken van de 2000 jaar oude geplaveide weg. Links en rechts in de kloofwand op ��n meter hoogte vindt hij een waterkanalisatie. Op een plaats is een 10 meter lang beeldhouwwerk blootgelegd van een woestijnkaravaan. Details van de kameeldrijver zijn heel precies. Een Franse filmploeg maakt een programma voor Arte over deze mooie dingen, die 1500 jaar geen daglicht gezien hebben.

De Duitse backpacker van Gerasa en de Portoricaan, die zo schichtig was bij aankomst in Amman, logeren alle twee in hetzelfde hotel als ik in Wadi Moussa. Ook aan hen heeft de baas gevraagd wat ze konden betalen. Respectievelijk 125 (3 Euro) en 100 Bef (2,5 Euro) en dat geeft recht op een plaatsje op het dak. 's Avonds krijgt een Amerikaanse toerist, die een Isra�li�r blijkt te zijn, de volle laag van het ganse salonnetje, wanneer hij ons even op pro-Isra�lhouding wil testen. De Portoricaan somt vlotjes alle V.N.-resoluties op die de V.S. en Isra�l met de voeten treden. Alleen de Jordani�rs blijken niet ge�nteresseerd in dit gesprek met wereldbeschouwingen. Ze hebben het al een paar keer te veel gehoord.
Voor de tweede dag Petra heb ik de tocht naar de offerplaats op de hoogste top gekozen, een Nabije Oostenversie van een tempel voor Aztekenrituelen.

Die Amerikaanse Isra�lier, Joseph, neemt ook de bus naar Amman. Hij zit naast me tijdens de lange rit en vertelt over zijn grootvader uit Zuid-Polen, zijn vader in Californi� en zijn moeder in Arizona. Hij heeft er nu 4 jaar geneeskunde op zitten in Noord-Isra�l en een groeiende hekel aan de permanente conflict- en confrontatie-situatie daar. Ik leer ook nog iets anders van hem, waar ik tien jaar later nog geregeld aan terugdenk. Geneeskunde studeren leert je jong beseffen dat alles tijd is. Iedere man bijvoorbeeld krijgt prostaatkanker. Allen. Onvermijdelijk, geprogrammeerd, als het ware. Alleen kan die kanker zo laat opduiken, dat de meesten hun kaars al uitgeblazen hebben omwille van een andere fatale ziekte.

Bij aankomst in Amman bots ik op Val�rie en Marc, een Qu�bec koppel, die een jaar in Cairo gaan wonen (ik zal ze daar later dat jaar nog ontmoeten). Morgen reizen ze ook naar Damascus. Ze logeren in de 'Cliff' in Amman, het backpackershol bij uitstek. Als ik ze daar 's morgens ga wekken voor de bus naar Damascus, zijn ze nog maar pas in slaap geraakt. De bedden piepten en het verpakkingspapier, dat voor lakens moest doorgaan bleef maar scheuren en kraken. De ganse nacht kwamen auto's toeteren en nog meer van dat leuks. Op de bus naar Syri� zal het nog stukken makkelijker blijken om te slapen.


2008/2009


Nu dus voor dat bovenzicht van Jordani�, de groepsreis. De vergelijking met voorgaand verslag is frappant. Zo'n begeleide luxe-reis is de voorverpakte variant van een zelf klaargemaakte schotel. Zelf koken kost je natuurlijk veel meer tijd om alle ingredi�nten bij mekaar te zoeken (overnachting vinden, op transport wachten), maar de smaken zijn veel gevari�erder, zelfs onvoorspelbaar. Een bus, een taxi, een prijs afspreken, wachten op vertrek, connectie verzekeren, een comfortabel zitje krijgen of een bloedhete plaats, je weet het nooit op voorhand. Een nog rijker palet aan verrassingen vind je aan de kant van het logies, waar stilte, netheid, hygi�ne, warm water in alle varianten voorkomen, maar nooit verzekerd zijn. Onder backpackers loopt daarrond een grapje dat 'uit veiligheidsoverwegingen nooit terzelfdertijd electriciteit en stromend water voorzien is'. In de hotels van grote ketens is het allemaal zoveel saaier en voorspelbaarder. In die mate zelfs dat de kleinste tekortkoming - er ligt maar ��n flaconnetje shampoo in het mandje in de badkamer - kan leiden tot zware toeristenstress.
Wat me nog het meeste opvalt is dat je op een georganiseerde reis onderweg zo goed als niemand leert kennen. Geen locale mensen, geen andere toeristen. Je blijft bij je groep in je eigen comfortabel busje. Contact met het land zijn gids en chauffeur - beiden vaak meester-oplichters.

Eens kijken of ik dan toch nog iets boeiends kan vertellen over Jordani� versies 2008 en 2009. Enkele nieuwe dingen gezien in een snel ontwikkelend land, de woestijnkastelen, Wadi Rum. En dan het verhaal van Dimitri, Vlaming met standplaats Aqaba.

In het centrum van Amman komen we toch even heel dicht bij de realiteit van de man in de straat. Ons busje stopt rechtover de Al-Husseini moskee, die we niet kunnen bezoeken omdat een buitenlander er met een mes aangevallen werd de week ervoor. We stappen uit om een kiekje te nemen van aan de overkant als plots een luide knal weerklinkt. Gids en alle Jordani�rs op straat duiken ogenblikkelijk in mekaar. Ons groepje staat wat verbluft rond te kijken en neemt foto's. Een klapband, zegt Youssef, als hij weer rechtkrabbelt..

Die woestijnkastelen, die in een wijde Oostelijke cirkel van Amman af liggen, dat is toch iets bijzonder. Opgericht in het begin van de 8ste eeuw voor de nieuwe Islamitische heersers in Damascus tonen ze in alle details de overgang tussen de oude Byzantijnse gebruiken en de nieuwe orde. In een land, waar de meesten nog Aramees of Grieks spraken, kunst en cultuur nog Byzantijns waren, wilden de Omeyaden hun buitenverblijven in de woestijn een moslimtint geven. Dergelijke paleizen plomp verloren in de woestijn zetten, was een herinnering aan hun nomadenverleden. Qasr Al Azraq (blauwe burcht) - verblijfplaats van Lawrence of Arabia in Wereldoorlog IQasr Al Harran - woenstijnburcht van de Omeyaden uit Damascus Qasr Al Kharana (rechterfoto hieronder) en 'Amra zijn prachtige voorbeelden van Byzantijnse decorateurs, die de wensen van hun opdrachtgevers probeerden te begrijpen. Je ziet de Arabische sjeik en de Griekse fresco-schilder als het ware een middenweg proberen te vinden om de nieuwe vormentaal en godsdienst te verzoenen met de eeuwenoude traditie. De muurschilderingen van de baden van Qasr 'Amra zijn uniek in dat verband. De khalief, Islamitische numero uno staat er afgebeeld, terwijl hij een badende vrouw bespiedt. 8ste eeuw! De Christus uit de Byzantijnse kerkkoepels is er ook nog, zonder zijn heiligenaureool weliswaar. De keizer van Constaninopel krijgt ook nog een plaatsje, samen met de andere 'buren van de Islam'.
Professor Annette Destr�e aan de ULB had het twintig jaar geleden al over dit uitzonderlijke voorbeeld van cultuurcombinatie en overgangskunst. Niet overdreven.

Lawrence of Arabia. Ik moest hem toch even vermelden. Ieder foldertje over Jordani� pakt ermee uit, te pas en te onpas. In Azraq (foto hierboven, links) staat een koude, ruwe burcht opgetrokken in zware blokken van zwarte basaltsteen. De toegangspoort is een massieve, pivoterende steen. In deze oncomfortabele plaats heeft Lawrence een strenge winter doorgebracht heeft. Maar misschien had hij wat Arabische vriendjes in de buurt om zich warm te houden. Lawrences vesting, die nog teruggaat op de Romeinen bevond zich in zijn tijd nog midden de woestijn. Nu is het monument omsingeld door de ontieglijk vuile stad Azraq, niet meer dan een bewoningsvlek, waar lange kolonnes Turkse en Iraakse tankwagens en vrachtwagens doorscheuren in wolken van stof en uitlaatgassen. Je ziet er de aarde als het ware opwarmen. Een hallucinant zicht.

Wadi Rum - decor van de opnames van 'Lawrence of Arabia' Woestijnfilms op zoek naar een onberispelijk decor: Wadi Rum!
Roodgele canyons, gepolijste vaalbruine rotsformaties, duinen van zand, kamelen, ijle nevel, fata morgana's, bedoe�en-van-dienst, toeristen in jeeps en kampen met tenten om een authentieke nacht in door te brengen. 'Zijn er schorpioenen?'. En: 'Omar Sharif, leeft die eigenlijk nog?'

En nog een toetje.
Aqaba, de twintig kilometer brede gevel op zee van Jordani�, gonst van activiteit. Mooi is wat anders. De strook is grofweg telkens voor een kwart ingenomen door een vuile haven, het paleis en priv�-strand van de Jordaanse koning, de veiligheidszones aan de Isra�lische en Saoedi grenzen en dan tenslotte het front-de-mer van Aqaba. Dat is niet veel soeps, een paar hotelmastodonten met priv�-strand en een kuststad in volle betontransformatie. Een zeldzaam charmant stukje is een klein hotel uit de pionierjaren van het toerisme, de Aqua Marina I. Helemaal afgeleefd bereidt het zich voor op zijn laatste seizoen, voor het neergehaald wordt voor een nieuw complex. Er zitten enkele groepjes Russische toeristen en Dimitri houdt er kantoor. Dimitri doet het seizoen voor een tour-operator uit Oostende. Hij is een door de wol geverfde toerisme professional en weet precies hoe je klanten in deze sector moet aanpakken. Zijn jaren als steward bij Sabena en baas van een restaurant in Kortrijk zitten daar voor alles tussen. We wisselen wat anecdotes uit over toeristentoestanden - ik pak natuurlijk uit met de boter-sc�ne uit Kirgizi� (kan je lezen onder die tab) - en de sfeer is niet meer stuk te krijgen. We trekken door de uitgaansbuurt tussen de zatte Saoedi's en de Britse funzoekers. Dimitri blijkt nog gay te zijn ook. Het leverde hem in zijn Sabena-tijd een directe communicatie-lijn op met piloot FV., berucht van zijn emotionele, niet altijd overtuigende tussenkomsten in de media in de periode van het failliet van de luchtvaartmaatschappij. Dimitri rakelt kleurrijke taferelen op van toen hij aan F.'s vrouw moest gaan uitleggen dat hun relatie 'niets om het lijf had'.
Om maar te zeggen dat in Aqaba Kruisvaardersburchten, oude moskee�n en Byzantijnse kerken niet echt aan de orde van de dag zijn.



Nog wat klassieke toeristenfoto's van me via deze link