Syria 

1997 & 2009

Waarschijnlijk mijn favoriete landje op de planeet

Syri�! Prominent lid van de As van het Kwaad, zoals Reagan en zijn Amerikaanse opvolgers de landen noemen, die ze niet in hun beschavingsvisie kunnen dwingen. En niet alleen daarom interessant!
Syri� zit op 3500 jaar geschiedenis en gaat er wat nonchalant, maar niet minder trots mee om. Het is daardoor de grote cultuurbaken in het Nabije Oosten en decennia van isolement hebben het adembenemend authentiek gehouden. Syri� is het land waar de eerste in historische bronnen beschreven oorlog, de slag van Qadesh, plaatshad meer dan 3000 jaar geleden tussen twee grootmachten van toen, het Egypte van de Farao's en de Hittieten van Centraal Anatoli�. Waar drie millenia later de gemoederen nog altijd verhit zijn. Je zou voor minder, bij het zien van zoveel mooie dingen.


Drie reizen door Syri� over twee hoofdstukken en een lijst met tips verknipt:

Syri� (centraal en Oostelijk)

Meer Syri�, aub (vooral Westelijk)

Hoezo, Syri�? Wat is daar dan wel te zien?




Syri�
Damascus, Ma'alula, Palmyra, Aleppo, Hama, Apamea en Homs

Buurlanden Jordani� en Syri� onderhouden geen hartelijke relaties. Nochtans hebben de twee heel veel gemeen. Buitenlandse politiek drijft hen uiteen. Syri� was een trouwe Sovjet-bondgenoot, liet zich niet omkopen tot vrede met Isra�l en beschouwt, historisch enigszins terecht, Jordani� en Libanon als eigen gebieden, ervan geamputeerd in de machtsverdeling van de Westerse kolonisatoren na de eerste wereldoorlog.
In de jaren '90 kwam er een geleidelijke toenadering. Op de begrafenis van Koning Hoessein van Jordani� in 1999, door de Westerse clan de hemel ingeprezen omwille van zijn moedige vrede met Isra�l (lees: voldoende dollars van de VS toegestopt gekregen om die pil te kunnen slikken), verscheen onverwachts de sobere, strenge en meedogenloze Hafid Al Assad van Syri�. Na een kort gebed en eerbetoon aan Hoessein, verzwond hij alweer richting Damascus. De talrijk opgekomen Westerse presidenten en offici�el bevriende politici stonden perplex. De schijnbaar onoverbrugbare 180 vlakke kilometers tussen Amman en Damascus waren heel even teruggebracht tot hun werkelijke afstand.

In 1997 nam ik gewoon de lijnbus over diezelfde afstand. Die doet er wel acht uur over. Een tijdje later deed ik Damascus aan vanuit Beiroet, twee uur rijden, twee uur wachten aan de grens. En in 2009 ging het nog vlotter, gewoon op Damascus gevlogen vanuit Brussel. Hopelijk stopt de vooruitgang nu en vindt de grote toeristenmeute zijn weg niet naar de 'Wieg van de Beschaving'.

Kaart van Syri� - localisatie van voornaamste leuke plaatsen in bruin

Moeizaam begin met twee Canadezen

De Jordaanse bus naar Damascus vertrekt stipt om 7 uur. Ik heb de avond ervoor net het laatste plaatsje kunnen reserveren. Koffiedienst aan boord. Zoals altijd met suiker er al in. Twee Qu�b�cois, die ik leerde kennen in Petra en ik zijn de enige buitenlanders. Syri�rs op de bus kan je makkelijk onderscheiden: ze hebben allemaal nieuwe merkkledij gekocht in Amman, die ze al aangetrokken hebben om ze makkelijker over de grens te krijgen. In Syri� vind je geen trendy G-Star of Caterpillar schoenen, zal blijken, zelfs geen Coca noch Pepsi Cola. We worden zonder kleerscheuren door de twee nieuwe grensposten geloodst. De autoweg zelf was al jaren af, maar nog niet in gebruik. 'Typical Syrian red tape', zegt een student aan boord.

Tegen half drie rijden we de parking van het grote busstation van Damascus op. We slepen onze bagage naar het Barada-hotel, genoemd naar de naam van de rivier door Damascus. De Canadezen Val�rie en Marc aarzelen aan de receptie van het ietwat onderkomen hotel (wegens te duur, niet omwille van hoe het eruit ziet) en willen op zoek gaan naar een ander hotel. Na een uur gesukkel door Damascus, blijkt Barada dan toch de beste keuze te zijn. Ik had me maar beter niet op sleeptouw laten nemen. Val�rie - van het type assertieve, bewuste wereldreiziger - stelt veel eisen aan de stroeve eigenaar, de toon loopt op. Gelukkig bindt ze net op tijd in, anders kregen we niet eens nog een kamer.

Zonder stadsplan gaan we wat op verkenning in de oude stad. Val�rie ontpopt zich nu als een shop-aholic. Zo weinig mogelijk uitgeven aan verblijf, zoveel mogelijk aan locale spullen, dat is het devies. Zij koopt en haar vriend Marc wordt lastig. Tegen acht uur 's avonds hebben ze al vele kilo's kunstvoorwerpen bij elkaar. Die moeten nu nog een week meegesleurd worden dwars door Syri� en dan helemaal door Jordani� terug naar Cairo, waar ze een jaar gaan wonen. Er zit onder andere een antiek vod van een tapijt tussen, dat de verkoper helemaal uit Turkmenistan beweert gehaald te hebben. Damascus is anders wel een echte stad met heel veel karakter. De oudst continu bewoonde polis ter wereld, heet het. De opeenstapeling van culturen, af te lezen in veel gebouwen, is heel merkwaardig. Hier zal ik nog vele dagen moeten doorbrengen.

In de jaren '90 zette Lieve Joris Damascus op de Vlaamse kaart met een straf boek

Het is erg druk in Damascus met zijn 3 miljoen inwoners, maar net niet verstikkend. De Damascenen zien er tamelijk Westers uit, sommigen kunnen zo doorgaan als West-Europeanen. In de christenwijken is dat nog duidelijker. Na een tijdje kan je de religie zelfs bijna raden, als je iemand bekijkt. Damascus geeft de indruk van een mature en vriendelijke omgeving, zelfzeker en tolerant, helemaal anders dan het beeld dat ik ervan had na het lezen van de 'De Poorten van Damascus', de best-seller van Lieve Joris. In het boek komt Syri� over als een naargeestig land van geslagen mensen, beknot in alle materi�le en geestelijke creativiteit. Misschien is het inderdaad zo en bots je erop, als je wat dieper graaft. De alombekende politieke repressie is niet van het straatbeeld of de gevels af te lezen en zal wel meer voor intern gebruik zijn.

In het hotel ontdekken Val�rie en Marc - helemaal onder het stof van hun inkopen - dat ze toch geen warm water onder de douche hebben. Ondanks de 4 dollar extra. Val�rie gaat weer iemand de huid volschelden aan de receptie.

Ma'alula hanteert nog de taal van Christus

De volgende morgen (moet ik het nog zeggen?) weer geen warm water. Ik zal de Canadese reactie missen, want ik piep er al vroeg tussenuit. De man aan de receptie heeft op een papiertje geschreven naar welk busstation ik moet voor de rit naar Ma'alula. Met een klein busje duurt de rit naar deze reliek van klassieke tijden op de bergwand van Libanon een uurtje. In Ma'alula spreekt met Aramees. Aramees of Syriaaks was in de Oudheid de belangrijkste taal van het Nabije Oosten, maar eerst werd die door Grieks en dan door Arabisch verdrongen. Nu wordt de 'moedertaal van Christus' nog in enkele dorpjes in de bergen bij Damascus en in het Zuid-Oosten van Turkije gesproken. De geschreven vorm ervan in het typische haakse alfabet ( ܓܒ ܥܕܝܢ ܐܬܪܢܝܐܥܕܬܐ ܣܘܪܝܝܬܐ ܬܪܝܨܬ ܫܘܒܚܐ ) wordt niet meer gebruikt en de taal wordt alleen nog mondeling doorgegeven. Maalula, tegen de bergwand geplakt
Liever dan ze liefde- vol warm te koesteren, wordt Ma'alula's fragiele erfenis nog altijd in de hoek gedrumd. Subtiele politici hebben het nodig gevonden om aan de ingang van het tweeduizend jaar oude christelijke dorp een grote, nieuwe moskee te bouwen in alle toonaarden van kitsch. De laatste christenen in het Nabije Oosten zijn van een taai ras, maar emigratie neemt wel toe. Ons eigen Mechelen bijvoorbeeld is een geliefde bestemming voor Aramese christenen. Er wonen er al honderden. Voordeel van de uitwijking is dat hun thuisbasissen massaal geld toegestuurd krijgen. Nu, vroeger ging het er nog driester aan toe. Tijdens een zware repressie van christenen in 1860 werden alle geschriften in het Aramees vernietigd. De geschiedenis van een gans volk werd weggewist. Ik lees nog eens het merkwaardige verhaal van Duitse onderzoekers, die in de jaren '30 tijd doorbrachten in Ma'alula om zich de locale variant van het Aramees meester te maken. Tijdens de oorlog bleken de Nazi's hun Duitse instructies eerst in het Aramees om te zetten en dan in gecodeerde vorm te sturen naar hun U-boten ..

In het klooster van de Heilige Teqla is een Grieks-Orthodoxe dienst aan de gang in het Arabisch. Nonnetjes in het zwart begeleiden een priester. Midden de dienst valt een groep Libanezen binnen. Enkelen verdwijnen zonder aarzelen met handenvol 'offerandes' achter de iconostasis. Ik zie pakken kaarsen, koekjes en een fles Cointreau.
Door een kloof die door de H. Teqla zelf geslagen werd om te ontsnappen aan haar belagers, klim ik tot aan het klooster van de H. Serge, martelaar in het jaar 297. Overmorgen zal het de 1700ste verjaardag van zijn martelaarschap zijn en dit wordt hier groots gevierd. Zijn kerk hier is een van de oudste christelijke bouwwerken ter wereld, die ononderbroken in dienst zijn gebleven. De altaren erin hebben een merkwaardigheidje: de marmeren vlakken zijn nog van opstaande randen van enkele centimeter hoog voorzien. Overbodig, want bedoeld om het bloed van offerdieren tegen te houden, in volle traditie van de Klassieke Oudheid.
Aan het kaarsen- en reliekenkraampje achterin de kerk van de H. Elias is een hevige discussie aan de gang in het Aramees. Dit is geen oude geschiedenis voelen of zien, maar ze horen, heel merkwaardig om je oor te luisteren te leggen en de taal van Christus te horen. Ik wil niet oneerbiedig zijn, maar vind ze niet erg fijn klinken. Gelukkig heeft Zijn Kerk voor Latijn en Italiaans gekozen!

Damascus verkennen op de �Grote Dag van de Overwinning�

De Canadezen zijn vanmorgen naar een ander hotel getrokken, na alweer een hevige discussie met de hotel-eigenaar. Die twee zouden zich toch wat soepeler moeten opstellen. We hebben dan maar samen een afspraak gemaakt op het centrale plein van Damascus bij het Turkse monument ter ere van de aanleg van de telegraaf.
Eerst n�g een tapijtje kopen en dan op zoek naar een hammam, waar ook vrouwen toegelaten worden, op andere uren wel te verstaan. Er zijn er geen. Marc en ik hebben minder problemen om er een te vinden. Het wordt de Hammam Nur Ed-Din Esh-Shahid, een pareltje uit de 12de eeuw. Het is er zo heet in het caldarium, dat je niet rechtop kan lopen, je het hoofd hangt dan in de heetste dampen. Voor 25 Eurocent schraapt een 'ki-�s' alle oude vezels van je lijf met een washandje, dat aanvoelt alsof het uit staaldraad gemaakt is. Na het bad worden de klanten vakkundig ingepakt in handdoeken en zitten dan als ingebonden psychiatrische pati�nten op tapijten en proberen een kopje thee te drinken. Met een baby-licht huidje verlaten we de hammam. Val�rie is wat kippig omdat ze geen hammam kon vinden, maar in restaurant Abu Al Izz is het vergeten. We nemen het volledige menu en op slag staat de tafel vol bordjes Syrische specialiteiten, intussen wel evengoed te vinden op de Zuidmarkt of in Schaarbeek: humus, slaatjes, deegrolletjes met gehakt, yoghurtsla met komkommers, kaas in bladerdeeg, daarna schapen- en kippenbrochettes en tenslotte allerlei zoete gebakjes.
Het diner wordt opgevrolijkt met een heel kunstig draaiende derwisj, een man in lang wit kleed, die rond zijn as draait. Het is een Ottomaanse traditie uit Konya. In een hoekje is een groepje Nederlandse toeristen exotisch aan het doen. Ik vreesde er al voor, eentje doet de draaiende derwisj na. Met de sierlijkheid van een nijlpaard draait hij enkele rondjes, struikelt over zijn benen en valt neer over het lage tafeltje met de suikergebakjes. Het tafeltje klapt om en de bordjes kappen hun inhoud over het tapijt. Twee mannen uit het gezelschap beginnen als paparazzi de troep te fotograferen. Alle Europeanen in de zaal lachen zich een breuk.

Zes oktober is een vrije dag in Syri�, Tishrin. Dat is de Syrische naam voor de maand oktober. De feestdag verwijst naar de Yom Kippouroorlog met Israel in 1973, de Arabische wraakneming op de zesdaagse oorlog van 1967.
President Hafid Al Assad is nog meer aanwezig in het straatbeeld. De persoonspropaganda lijkt afgekeken van de bevriende republiek Noord-Korea. Boven de oude stad en de Omeyadenmoskee scheren enkele MIGs een paar keer over. Ik ga eerst naar het Nationaal Museum met zijn onschatbare stukken in een ouderwets gebouw. In de afdeling 'Geschenken van Buitenlandse Delegaties' ligt een minder onschatbaar stuk, een onuitgepakt exemplaar van een goedkoop fotoboek in vijf talen over Belgi�, 'courtesy of H.E. Mr. Marc Eyskens, Minister of Foreign Affairs'.

Binnenplein van de Omeyadenmoskee met 'Minaret van de Bruid' De Omeyadenmoskee is een echt juweeltje. Toen ze opgetrokken werd in de 8ste eeuw en de christelijke Johannes De Doperkerk verving, gebeurde dat met alle decoratie-technieken, die de Byzantijns gevormde architecten en kunstenaars in hun mars hadden. Grote vlakken oorspronkelijke moza�eken zijn nog bewaard met voorstellingen van paleizen en bomen op een gouden achtergrond. De Omeyadendynastie (641-750) was ongelooflijk tuk op luxe. Tientallen residenties werden opgetrokken in de steden en jachtverblijven en kastelen in de woestijn. Het Oosten van Jordani� staat nog vol van hun ru�nes. In 2008 heb ik die afgelegen residenties daar bezocht. Nabij Jericho op de Westelijke Jordaanoever ligt nog een ander zandkasteel. De grootste bijzonderheid aan die site was wel dat het de enige historische site in Palestijns beheer was en nog steeds is. Ze hadden ontroerend na�eve toegangskaartjes gedrukt.

Damascus verloor het pleit tegen Baghdad in de 8ste eeuw, toen de Abbassiden de macht overnamen. Het duurde tot de onversaagde kruisvaarderbekampers Saladin en Baibars aan de macht kwamen, vooraleer Damascus weer uit zijn slaap werd gewekt. De mausolea en koranscholen van die twee staan over de ganse stad verspreid. Ergens voel je dat Omeyadenlaxisme nog in Syri�, vind ik, waar alvast op religieus vlak een tamelijk grote tolerantie heerst. De christenen genieten daarin mee en in hun deel van de stad zijn de kerken niet te tellen. Van deze misschien tijdelijke periode van godsdienstrust maken ze naarstig gebruik om hun gebouwen in het nieuw te zetten of uit te breiden. In deze wijken lopen vrouwen ongesluierd en dragen ze zichtbaar kruisjes aan halskettingen. Nochtans laat een orthodoxe Syri�r uit Hama, die me aanspreekt in de moskee, zich doorgaan als Ismail in plaats van met zijn echte naam Anton, komt hem beter uit tijdens zijn studies. De stad Hama is dan ook een geval apart, zoals ik later op de week zal zien.
Damascus - Omeyadenmoskee - interieur van de gebedszaal Christus' neef Johannes de Doper, toch minstens de relikwie van zijn hoofd, ligt in een mausoleum binnen de gebedszaal. Het lijkt waarschijnlijk dat de Omeyaden het graf niet wilden verwijderen uit de Byzantijnse kerk, die ze ombouwden tot moskee. Tenslotte is Johannes de Doper ook nog een profeet-voorloper van Jezus Christus en onder de naam Issa is Christus zelf dan in Moslimogen de 'laatste profeet v��r Mohammed'. In 2001 kwam Johannes Paulus II het graf bezoeken, de eerste keer in de geschiedenis dat een Paus een moskee betrad.
V��r en achter de grote moskee liggen nog Romeinse trappen en zuilengalerijen. De Romeinse tempel was dus nog stukken groter dan de indrukwekkende moskee. Vanop het terras van het bekende, oude caf� Nofara kan je mensen die trappen op en af zien lopen op weg naar de soeks, in een sinds 2000 jaar ongewijzigd traject en op de oorspronkelijke stenen.

De oude stad Damascus telt heel wat kerken. Ook het Orthodoxe Patriarchaat van Antiochi� bevindt zich in de Oude stad, naar hier uitgeweken toen Antiochi� in 1939 door de Fransen aan Turkije cadeau werd gedaan. Niet dat het allemaal koek-en-ei is tussen de christenen. Een Armeense katholiek, die werkt op het Vatikaan, is razend op de Paus, nochtans zijn werkgever. In ruil voor gratis petroleum voor de volledige stadsstaat, heeft het Vatikaan positie gekozen voor het Islamitische Azerbeidjan in zijn strijd tegen het christelijke orthodoxe Armeni�. De moeizaam veroverde corridor naar de Armeense enclave Nagorno Karabach moet volgens Rome terug naar Azerbeidjan. Verder in de wijk ligt het huis van de Sint Ananias, die apostel Paulus genas van zijn blindheid. Die Paulus heette nog Saulus, toen hij opstormde naar Damascus om er de christenen van langs te geven en van zijn paard werd geslagen door God onder het verwijt: 'Saul, Saul, why persecutest thou My people?'. Zo citeert de Franstalige gids de Goddelijke bron, tot grote verbazing van zijn groep toeristen.

Mega-oase Palmyra

Tadmor, ontembare stad, heette de Aramese oase. Dat was zonder de Romeinen gerekend, die ze na verovering dan maar Palmyra heten. Op drie uur woestijn van Damascus, maakt Palmyra zijn beloftes uit de reisgidsen helemaal waar. De plaats, waar het roestbruine maanlandschap van de Syrische woestijn plots plaatsmaakt voor een half miljoen palmbomen. De 2de eeuwse tarieven voor doorgangsrecht in de oase staan gebeiteld op een steen langs de hoofdweg: beladen kameel 12 dinar, onbeladen 2 dinar, slaaf 8 dinar .. In 271 na Christus was Palmyra zo rijk en machtig dat haar Koningin Zenobia even dacht de Romeinse keizer Aurelianus naar de kroon te kunnen stoten. Ze trok aan het kortste eind en Palmyra ging met haar ten onder en zij werd geketend door Rome geshowd.
Palmyra - kolommen in avondlicht













zacht
avondlicht
Palmyra - graftombes in avondlicht over
Palmyra















De site van Palmyra is erg uitgestrekt. Onder de middaghitte is het een beproeving, ru�nes in de Syrische woestijn. Bezoekers staan dan als wachters in de schaduw van de zuilen het zaakje te overschouwen op zoek naar nog meer schaduw of een plaats voor het juiste kiekje. In het avondlicht wordt het er mysterieus, resten van verdwenen beschaving vervagen in zandheuvels onder wegkwijnend licht. Of zoiets. Misschien is er iets van die sfeer te vatten op de twee foto's hier.
Precies aan de rand van de historische site ligt een heuvel met Middeleeuwe burcht. Knullig in mekaar gezet, als je vergelijkt met de kwaliteit van de Romeinse bouwwerken. Maar een unieke plaats om de oude site in haar gehaal te overschouwen. Je krijgt er een zicht als vanop een wolkenkrabber in Manhattan. De oude stad aan je voeten. Een leuke plaats om een flesje Syrische wijn te kraken, vindt onze gids van de laatste reis. Een fles eigen Syrische huiswijn, te delen met zeventien. Niemand klaagt.

In een hotelletje in het moderne stadje Palmyra lees ik 's avonds de 'Syria Times', een krant in zuiverste Oostblokstijl. President Al Assad ontvangt enkele pagina's gelukwensen voor zijn rol in de verloren Oktoberoorlog van 1973, de �dag dat onze geschiedenis begon'. Een oude foto waarop hij in soldatenpak de loop van een geweer lijkt te inspecteren siert de artikels. De president ontving verder enkele belangrijke mensen en doet dit zoals al bijna dertig jaar in dezelfde ongemakkelijke wijde zetels, gescheiden door een zeshoekig salontafeltje. Ook de jeugd krijgt een hint in de krant: 'ons Arabisch erfgoed kan in ons hart niet verdrongen worden door Westerse kunst, jazz of Mikel Jaqson'. Een voordeel van de Syrische media is de originaliteit van hun bronnen. Terwijl CNN en enkele satellietzenders 'Israel friendly' beelden laten zien van een aanval op het Israelisch leger in Zuid-Libanon, toont de Syrische televisie beelden genomen door de Hizbollah zelf, waarop de ontploffing op afstand van een springlading naast de weg vanaf de moslimstellingen te zien is.

Aleppo, Halab, حلب

Halab betekent melk. Vier miljoen melkbrigadiers wonen in de tweede stad van Syri�. Een stad met klasse, dat had ik in 1997 al gezien. Pas twaalf jaar later kwam ik erachter waarom hij zo stijlvol oogt. Een gids vertelde over het strenge bouwvoorschrift, dat in Aleppo gehanteerd wordt. Alle buitenmuren in natuursteen. Geen beton noch baksteen.
Klasse, dat wel, sjiek is nog net wat anders. Het Barons' Hotel is in Armeense handen. Het hotel had honderd jaar geleden dezelfde faam bij de Britse reizende aristocratie als het Cataract in Aswan en het Winter Palace in Loeksor. Agatha Christie schreef hier haar 'Moord op de Orient Express' (overal waar je komt in het Nabije Oosten was ze dat boek aan het schrijven). Charles Lindbergh, Lawrence of Arabia, Atat�rk en vele anderen logeerden er. Een vitrine in het aftandse salon toont enkele relieken van hun verblijf. Sinds de jaren '50 wordt er geen poot meer uitgestoken naar het hotel, dat nu de upper class rugzaktoerist bedient, erg overprijsd dan nog. Buiten is het omsingeld door jonge Aleppezen, die me per s� die diensten willen aanbieden, waar Lawrence of Arabia zo verslingerd op zou geweest zijn.

Aleppo heeft nog meer authentieks. De soeks zijn er erg ongekunsteld, niet voor toerisme opgepoetst. De voornaamste poort naar de oude stad, de Antiochi�-poort, zit nog helemaal ingewerkt tussen de kleine werkplaatsen en de winkeltjes. Aleppo - toegangsgebouw tot de citadel in wisselende avondverlichting Smeden slaan zich in het zweet onder de Romeinse bogen en Ottomaanse balkons. Grote delen van de soeks zijn overkoepeld, de straten zijn geplaveid, maar alles mist onderhoud. De khans, de pakhuizen, behoren tot de grootste en best gebouwde ter wereld. Anderzijds is Aleppo dan wel ontsnapt aan veel 'saneringen' en 'verbeteringen', die hoofdsteden met een oud centrum of erg toeristische plaatsen geteisterd hebben in de jaren '60 of '70. Behalve wat experts en adviseurs uit socialistische broederstaten kwam hier tot enkele jaren geleden nauwelijks iemand op bezoek. Nu zijn de Russen en Bulgaren terug, niet meer door de staat gezonden, maar priv� en alle antieke monumenten van Aleppo kunnen hun gestolen worden. Ze komen voor zaken en logeren in kleine hotelletjes, waar in de kelders en zelfs in de gangen naaimachines staan, waar dag en nacht T-shirts voorzien worden van valse merkenlabels.
De citadel van Aleppo is een sensatie! Ze staat in volle centrum hoog boven de soeks, als een afgetopt kegeltje pudding op een bordje. De rondgang ervan is meer dan ��n kilometer. De heuvel, waarop dit Syrische Gravensteen staat heeft kale steile hellingen, vroeger helemaal geplaveid met gladde stenen. 'Glacis' heet die techniek van spiegelglad gepolijste stenen hellingen.
Terug in de soek bestudeert een verkoper van koorden hammamwashandjes aandachtig alle voorbijkomende buitenlanders, voor zover hij ze door zijn enorme Freddy Willockxbril kan onderscheiden. Als hij Duitsers meent te ontwaren, roept hij luid 'Heil Hitler'. Een paar buitenlanders kijken verbouwereerd de andere kant op. Ik weet niet eens of hij ze wil pesten, dan wel de vroegere Arabische sympathie voor de Nazi's deelt.

In het Barons' Hotel stonden ooit kaviaar en wild ooit het menu. Nu komen twee Franse toeristen vragen of ze in het restaurant kunnen eten. De hotelbaas zegt van wel en wil per s� weten, wat ze dan wel willen eten. Hij kent blijkbaar de kaart uit zijn hoofd. Ze maken hun keuze en gaan naar het verlaten restaurant. Ik hoor hoe de baas belt naar het kebabhuisje om de hoek en de bestelling doorgeeft ..

De familie Assad regeert met ijzeren hand, Hama weet er alles van

De affiche met de lachende jongeman is ook in Aleppo overal aanwezig. Keurig op zijn paard, joviaal in burgertenue, zelfverzekerd met zonnebril. Honderden keren per dag duikt hij op. Daarnaast is er nog een versie waar hij opstaat met zijn vader, president Hafid Al Assad. Sympathieke Basil was hoofd van de Syrische inlichtingendienst in Libanon, een job, die niet iedereen gegeven is. In een klein straatje zie ik dan nog iets verrassender hangen: iets dat eruit ziet als een overlijdensbericht van Basil, met een opsomming van alle nabestaanden.
Basil is dood, verzekert iemand me later, twee jaar geleden 'verongelukt' met de auto. Nu blijft nog de andere zoon, Bachar, maar die komt bijna niet in beeld en dan nog de broer, Rifat, bijgenaamd 'de slachter'. Benieuwd hoe dit hier gaat aflopen, als Hafed er de brui aan geeft. (nvdr: het is in 2000 dan toch Bashar, de bescheiden jongeman geworden en tien later wankelt zijn troon wel, maar wil hij van geen wijken weten).

Hama - waterrad (nouria) Hama ligt er 25 jaar later nog van te bekomen. In 1982 dus dacht de Moslimpartij in Hama dat de tijd rijp was om even de democratische kant van Hafid Al Assad te testen en ze bezetten de stad. De president vertrok geen spier en stuurde zijn halve leger erop af. Na een maand van bombardementen en beschietingen lag de helft van de historische stad in puin en telde men 25.000 doden. Nooit meer iets gehoord van fundamentalisten sindsdien.
Langs de rivier Orontes in het stadscentrum is de schade nog te zien. De voornaamste monumenten zijn nu bijna hersteld, maar de priv�-woningen zijn weggeveegd of vervangen door betonnen structuren. De zeventien waterraderen, die het water van de rivier in kanalen hesen voor bevloeiing, zijn hersteld, maar hun aquaducten zijn afgebroken. Een fotograaf in de stad verkoopt foto's van hoe het er allemaal uitzag, v��r het geweld losbarstte. Ik ga met die plaatjes op 'voor-en-na' fototocht.
Intussen kunnen mijn eigen foto's van 2009 dienen als historische referentie, nu Assad Junior in de zomer van 2011 op zijn beurt Hama op een rondje verwoesting getrakteerd heeft.

Vlamingen graven Apamea op

Romeinse ru�nes, iemand? Apamea was een van de grootste Romeinse steden in hun Syrische en Arabische provincies. Een garnizoenstad. In tegenstelling tot Palmyra ligt Apamea midden een intensief landbouwgebied op een heuvel, die uitsteekt hoog boven de katoenvelden. In het najaar staan overal langs de velden tentjes van de plukkers. Net nog als in Romeinse tijd zamelen ze met de hand de proppen katoen in een korf op hun rug. Langs de wegen rijden tractoren op en af met de reusachtige balen en van het ertussen slalommen worden we bijna ziek in het mini-busje.
De klim op de heuvel van Apamea gaat langs het museum en een kruisvaardersburcht. Die vesting is ��n grote vuilnisbelt, een van de viezere hoekjes van Syri� en dat betekent wel wat in dit land van straatafval. Apamea - colonnade langs Cardo In de 'decumanus', de hoofdstraat van Apamea, wordt de twee kilometer lange zuilengevel terug opgetrokken. Het effect in het verlaten landschap is geslaagd. Zo'n tweede eeuwse winkelstraat heeft haar equivalent nog niet in de 20ste eeuw. Een Syrisch-Gentse ploeg is aan het knoeien om een stukje fronton op zijn oorspronkelijke plaats te krijgen. Als ze halvelings tevreden zijn met de plaatsing, geven de toeristen van beneden tegenstrijdige instructies over de ligging. Er zal maar een klein aardschokje nodig zijn om het ganse zaakje weer tegen de vlakte te leggen. De steen van Apamea is grijze tot zwarte basaltsteen en lijkt te passen bij de strenge legerplaats, die Apamea was. Palmyra met zijn oker en beige kalksteen gaf dan weer een veel edeler en zachtere indruk.

's Avonds in Hama stap ik even binnen bij een kapper en terwijl ik een zin probeer te bouwen als 'een beetje opfrissen' maakt hij al duidelijk dat hij niet hoort noch spreekt. Tijden het gekap vertelt hij zijn verhaal met gebaren: als veertienjarige (schatting) speelde hij rond de nouria's, liet zich mee haar boven rollen en tuimelde in het water op een scherpe rand. Drie dagen coma, dokters die zijn hersenpan weer aan mekaar lasten en een litteken onder zijn haardos, waar je bijna een halve hand in kunt leggen. Maar geen bezwaar om prima kapper te zijn en ook niet om al 6 kinderen te hebben (stil bulderend gelach). Als afwerking heeft hij nog een trucje. Met twee speciale dunnen koordjes glijdt hij over mijn gezicht en het lijkt wel of overal kleine haartjes meegetrokken worden. Tijdens de ganse sessie wordt er volop thee gedronken.
Het hotelletje 'Cairo' in Hama wordt geterroriseerd door een Deense, een kunstenares van 83 jaar. Ze trekt op haar eentje door Turkije en Syri�, kranig en zelfzeker. Maar wie het waagt haar minzaam aan te spreken, moet het volledige levensverhaal aanhoren vanaf de eerste fietstocht in Itali� over het afgrijselijke leven in Denemarken, tot de tochten, die ze nu alleen of met de kleinkinderen onderneemt.

Homs, niets te zien

Zondag vandaag in Homs, derde stad van Syri�, het oude Emesa, waar de Romeinse keizersdynastie van de Severi vandaan kwam. Voor de allereerste keer hoor ik klokkengelui in een Arabisch land. De christelijke wijk viert zondag op deze Syrische weekdag in de buurt van de twee kerken van Maria en de H. Elias. In de eerste kerk wordt de gordel van de H. Maagd bewaard, die in 1953 op wonderbaarlijke wijze gevonden werd onder het eeuwenoude altaar. De dienst is Syrisch Orthodox en in het Arabisch.
Emesa was ook de stad van de Romeinse keizer Elagabalus, de keizer met de intrigerende naam, die ons in het eerste jaar Latijn al interesseerde. Hij was zoon van een priester van de Zonnegodcultus en kwam door intriges van zijn grootmoeder, Julia Domna, op de troon. Zijn afwijkende levensvisie zorgde ervoor dat Pater Marcel hem destijds onder de mat van de geschiedenis probeerde weg te moffelen. Helemaal ontaard, heette het. Nu pas lees je dat hij met een man getrouwd was, kunst en cultuur verkoos boven oorlog en van die vreselijke dingen. Na enkele jaren maakte de keizerlijke wacht een einde aan de Syrische heerschappij en kwamen weer van die onversneden soldatenkeizers aan de macht.


Meer Syri�, aub
Damascus, Saidnaya, Antiochi�, Ugarit, Tartus, Krak des Chevaliers

Het akelige gebouw van de luchthaven van Beiroet is leeg en verlaten, als we er rond 3 uur 's nachts aankomen. Ons vliegtuig is over de sjiitische wijken van het centrum binnengevlogen, zomaar over vijftien jaar burgeroorlog heen. Enkele familieleden van passagiers en taxichauffeurs hangen rond in de aankomsthall. Die is van het soort onbehaaglijke, vormeloze, half onderhouden gebouwen met grote gangen en ruimtes, die tot niets dienen. Slordig geplakt hangen er overal portretten van machtspretendenten, presidenten, militie-leiders en ayatollahs van dit getormenteerde land. De rit naar het centrum is hallucinant. De chauffeur loodst zijn auto omheen de putten in verlaten wegen door een landschap van puin. De vernielde flatgebouwen lijken verlaten, verdiepingen en vloeren hangen met wapeningsijzer vast aan de skeletten van de torens. Het centrum aan de zee is vrijgemaakt en met betonnen bumpers zijn wegen uitgetekend op de lege vlakte. Hier en daar staat nog een kerk met afgeknapte toren of een moskee met doorzeefde minaret.

Rond 5 uur vertrekken we met een grote Amerikaanse old-timer uit dit vroeger slagveld, richting Damascus. Collectieve taxi's rijden op en aan tussen de twee hoofdsteden, drie passagiers achterin, twee vooraan. De weg klimt sterk, als we net buiten Beiroet de Libanonbergen intrekken. Die bereiken meer dan 3000 meter hoogte en hebben besneeuwde toppen het jaar rond. Vlak voor de grens gaan we een koffie drinken in een wegrestaurant. Syrische taxi's, Chevrolets uit jaren 50 - oldtimers verdwijnen er nu jammergenoeg heel snel uit beeld De kassier houdt zijn kassa bij in drie munten, Libanese ponden Syrische ponden en dollars. Voor het wisselgeld stapt hij gezwind over van de ene munt naar de andere. De Libanese shop staat volgestouwd met Westerse producten, koekjes, chocolade, kaas, speelgoed, die in Syri� niet ingevoerd worden. Aan de grens maken de Syri�rs er zich nochtans niet meer druk om. Enkele jaren geleden nog was Syri� binnenreizen een soort intocht achter het IJzeren Gordijn, met verplichte omwisseling van dollars in Syrisch geld en werd alle bagage omgekeerd en doorzocht tot de laatste tube tandpasta, horen we. Nu is het alleen even wachten op een stempel in de reispas en staan de douaniers al van ver te wuiven dat we mogen doorrijden.

Iets na zeven uur 's morgens komen we al aan in het hotel Salaam in Damascus. Geen Barada meer, dat problemenhotel van de vorige reis heb ik ingeruild voor iets moderner, knusser en comfortabeler.
De dagen zijn kort in november. Om zes uur is het wel al klaar, maar rond half vijf in de namiddag wordt het donker. We vertrekken dan al bij het eerste licht in zuidelijke richting. Dera'a is de grootste stad in deze streek, op 10 kilometer afstand van de Jordaanse grens. In dit stoffig stadje beleefde de jonge Lawrence of Arabia in 1917 zijn coming-out met een Turkse officier, een gebeurtenis, die hij in de meest omfloerste termen beschrijft in zijn memoires, maar waar eigenlijk pas recent die betekenis aan gegeven werd. De sc�ne komt ook voor in de filmklassieker van David Lean. Van Dera'a gaat het in oostelijke richting. Onder de Romeinen nog een vruchtbare streek. Nu een woestijn met ru�nevelden in alle richtingen. Arme Druzen uit Libanon kwamen de ru�nesteden weer bewonen begin jaren 1900 en bouwden massieve kerken om tot schapenstallen en baden tot groepen woningen.

Bosra, ru�ne in herstelling

Bostra in Romeinse tijd. Niet alleen de 't' verdween uit de naam in de loop van de geschiedenis, ook het belang en de status van de hoofdstad van de Romeinse provincie ligt nu onder het stof van de omringende steenwoestijn. Met antieke bouwblokken, zuilen en lintelen richtten de Libanezen er hun nieuwe verblijfplaats op. De antieke hoofdweg is nog intact tot op het uitgesleten diagonaal gelegde plaveisel, van aan de triomfboog tot de toegang tot het theater. Bosra wordt stilaan weer leeggemaakt van de Druzen abitato. Bosra - onwetenschappelijke ontruiming van Druzeninwoning in Romeins badhuis De precaire woningen, stallen en winkeltjes worden nu geleidelijk opgeruimd. Panden kunnen niet meer verkocht of aangepast worden. Komt er eentje vrij, dan dagen de archeologen op en 'herstellen de ru�ne'. Daarbij schuwen ze graafmachines en houwelen niet. In enkele uren tijd wordt een antiek badhuis leeggehaald, niet bepaald precisie-werk. In Ebla zie je de onderzoekers met borsteltje en stofblik te werk gaan om centimeter per centimeter oude stenen bloot te leggen. Die site is 4000 jaar oud. Bosra maar 2000 en dan kan je er met grof geschut tegenaan gaan.

Zo'n abitato middenin oude ru�nes vind ik nochtans iets hebben. Oude constructies die door nieuwe overwoekerd worden, die op hun beurt weer ru�nes worden. Je kijkt ernaar en probeert de puzzle te doorgronden en stukjes antiek terug te vinden. Archeologen houden niet van die tijdsvermenging blijkbaar en willen ��n periode terug herstellen. In Egypte was dat het frappantst. Duizendjaar oude Koptische abitato binnen farao-constructies werd er medogenloos opgeruimd (samen met de bewoners). Het eeuwenoude dorp Qurna bovenop de site van de Graven der Edelen in Loeksor is intussen helemaal ontruimd, alle huizen afgebroken. Ik heb het nog net kunnen bezoeken. Over een tiental jaar is ook Bosra voorgoed bevrijd van bewoning en een Romeins decor geworden voor toeristen. Nu staan links en rechts nog bewoonde huizen. Hun opbouw in gerecupeerde materialen contrasteert sterk met de precieze en fijn afgewerkte resten van Romeinse winkels en kelders, maar dat maakt het net interessant.

Bosra - theater Het theater van Bosra is na de evacuatie dan nu weer helemaal bedrijfsklaar. Het heet het grootste en best bewaarde van de antieke wereld te zijn, gered in zijn oorspronkelijke staat omdat het ook weer ingebouwd werd in een Byzantijnse en later Islamitische vestiging. Opluchting bij het bezoek: voor een keer staat geen Skandinavische blonde op het oude podium om de 'wonderbaarlijke akoestiek te testen'. Zo hebben we er ooit eentje het platform v��r de tempels van Maya-site in Tikal zien ontluisteren met een trollenlied. Een antiek podium is voor velen blijkbaar onweerstaanbaar.

Nog een taalreliek uit Christus' tijd, Saidnaya

Saidnaya, Onze-Lieve-Vrouw in het Aramees, op een uur rijden van Damascus, is net als Ma'alula ��n van die dorpjes, die 13 eeuwen islamisering weerstaan hebben. In het centrum, op een rots hoog boven de huizen verheft zich een kloostercomplex uit de 6de eeuw. Het is zondag en toch werkdag in Syri�, maar de Grieks-Orthodoxe kerken zitten er niet minder vol om. Koen kijkt raar op van de oplichtende kruisen in glazen buizen en ikonen in kaders van groene neon. Christelijke Arabieren zijn een volkje apart, vooral de vrouwen, zonder hoofddoek, met juwelen behangen en opvallende lippenstift.
Beneden in het dorp staan nog meer kerken, waaronder enkele katholieke volgens Griekse ritus. In de stijl van het moslim vrijdagsgebed in de meeste grote Arabische steden, schalt de zondagspreek hier door luidsprekers over de ganse vallei. Van bovenop het kloosterdak hebben we een prachtig uitzicht op de omgeving. Beneden in het dorp tellen we nog drie authentieke lage huizen, alle andere zijn recent vervangen door betonnen appartementsconstructies, die meestal nog in de steigers staan. Aan de bushalte in het centrum staan we nog even binnen te loeren in een kleine industri�le bakkerij, die op volle toeren draait. De bakkers nodigen ons uit voor een bezoek en we zien hoe kleine deegbollen op een lopende band uitgerold worden als pizza-bodems en dan in ��n minuut door de oven glijden om als van die moderne opgeblazen verjaardagsballons te voorschijn te komen. We krijgen een bloedheet exemplaar cadeau. Zo te zien aan de klanten buiten, hoor je die hete pannenkoek dan op de stoep te gooien om af te koelen, maar we eten hem maar warm op. Ongedesemd brood vult de maag aardig snel.

Propaganda in Damascus, gebakjes in Hama, eindeloze soek in Aleppo

In de namiddag zijn we al terug in Damascus en bezoeken het legermuseum. Het hangt er vol helden, martelaars, foto's van koloniale en imperialistische agressie, beelden van de 'correction movement' van 1970 (de staatsgreep door president Assad), wimpels van de bevriende socialistische staten (allemaal ex, behalve Cuba). In de tuin liggen wrakstukken van zionistische jachtvliegtuigen - de Davidster op de staart netjes nieuw geverfd - en staat een Sojoez-capsule ten toon, een klein kegelvormig stuk van een raket, waarmee in 1987 de eerste Arabier terugkwam na een ruimtevlucht. Gorbatsjov staat op foto's de Syrische kosmonaut te feliciteren. In de oude stad Damascus gaan we naar een Iraanse curiositeit op zoek. Het is de nieuwe moskee gebouwd over het graf van een dochter van Ali, de sjiitische martelaar. De Irani�rs zijn er in geslaagd om iedere vierkante centimeter van het grote complex te decoreren. De kitsch druipt van de muren en het plafond. De hoofdkoepel is binnenin versierd met miljoenen stukjes geslepen gekleurd glas. Verboden foto's te nemen hier, wie zou trouwens willen? Aan de vrouwenkant bevinden zich de Iraanse bezoekers, volledig in het zwart gehuld. Voor de bedevaart naar dit graf van kleindochter van de profeet Ruqqia hebben ze een lange busreis van Iran door Turkije naar Syri� over. Op straat komen we nog Iraanse pelgrims tegen, de man statig voorop, gevolgd door een kleine kudde wandelende menselijke pionnen, volledig in het zwart verpakt. Een religieuse fanfare als het ware.

De fotograaf, die verleden maand nog foto's verkocht van Hama van v��r de bombardementen van 1982, is blijkbaar door zijn voorraad heen geraakt. Gelukkig heb ik er thuis een paar liggen, zullen nog geld waard worden. We doen weer de toer van de kreunende waterwielen, de nouria's, die vroeger water van de rivier in kleine aquaducten hesen.

Damascus - Soek Al-Hamidiye - ijsverkoper Halawat el Jeben (toetje met kaas), het mysterieuse gebakje uit Hama. Syri�rs zijn snoepers en zoet gaat er altijd in. De snoepvarianten zijn eindeloos. Maar Hama scoort wel het origineelst. Van 's morgens vroeg al staan ronde tafeltjes op elkaar gestapeld in patisseries. Erover hangen grote ronde lappen deeg. Tegen de namiddag heeft dat deeg zichzelf onder de zwaartekracht uitgerokken en wordt het versneden. Vierkantjes deeg worden gevuld met zachte kaas en opgerold. Blijkt meteen klaar voor consumptie, zonder bakken, zonder toevoeging van iets anders. Het Hama gebakje is erg populair, tientallen bakkerijen verkopen het, sommige alleen maar dit soort toetje in twee varianten, met of zonder versnipperde pistache-noten erop. We proeven er eentje. Het smaakt als ongebakken deeg met zachte kaas, precies zoals het eruit ziet. Misschien word je moslimfundamentalist als je er te veel eet ;-) Syrische keuken is gespecialiseerd in fletse smaken. Even wennen bij de eerste hap, maar dan willen de smaakpapillen wel meer.
Geen wapenstilstandsvieringen in Syri� op 11 november en - wat had je verwacht - nog minder 'internationale vrouwendag'. Bij het einde van die eerste wereldoorlog kwamen de Arabische gewesten van het verslagen Ottomaanse Rijk er al meteen achter dat ze de Turkse heersers gewoon voor Westerse kolonialen zouden ruilen. Lawrence of Arabia moest al zijn tijdens de oorlog gedane beloftes over onafhankelijkheid inslikken en liet zich hier niet meer zien. We vertrekken vroeg uit Hama naar Aleppo met de nieuwe busdienst van Ahlia, gereserveerde plaatsen aan boord, bagage-labels, steward aan boord. Hij heet iedereen welkom en komt met een doos snoepjes langs en dan met water uit een grote plastieken jerry-can.

In Aleppo is een halve dag tijd om de oude stad te bezoeken. We rushen naar de citadel, die boven de Arabische stad torent en vergapen ons wat aan de imposante muren. Dan dalen we af door de historische hoofdstraat van de oude stad, de Suq Al Attarin, die exact het trac� volgt van de oude Romeinse centrale as en daarv��r misschien wel van de Hittische, Amoritische en Akkadische vestigingen, die voorafgingen. De volledig overdekte soek is er niet minder geanimeerd en levendig om. We stoppen even bij een stalletje van warme broodjes met sterk gekruide schapenkaas. Aan de Antiochi�poort volgt daarna een kommetje Syrische 'churros', in honing gedrenkte langwerpige oliebollen. Nog maar eens, Syri� is ��n grote zoete verleiding!

Afstand Aleppo-Antiochi� in duizend jaar geweldig toegenomen

De baas van het bustransportbedrijfje, waarmee we naar de Hatay willen reizen, is een keurig geklede oudere man, die w�t graag nog eens de situatie beschrijft van de 'Turkse' provincie, waar we nu naartoe reizen. Antiochi�, Antakya op Turkse kaarten en de havenstad Alexandri�, gebouwd door Alexander de Grote en nu gekend als Iskenderun, zijn de twee grootste steden in dat gebied, gekend als de Hatay. Ondanks zijn hoofdzakelijk Arabisch karakter, werd de volledige provincie in 1939 door koloniale mogendheid Frankrijk uit Syri� gesneden en overgedragen aan Turkije. Tienduizenden Arabischsprekenden en Armeni�rs, moslims en christenen, werden cadeau gedaan om Turkije aan Franse kant te krijgen in de nakende oorlog. Syri� en de man van het busbedrijf in Aleppo hebben zich daar allerminst bij neergelegd.

Op weg naar die volgens onze Syrische landkaart onbestaande grens, houdt de bus twee keer halt om te tanken. Een eerste keer worden benzine-reservoirs van allerlei vorm en grootte gevuld en overal in de bus opgeslagen. Een tweede keer, vlak voor de grens, wordt de brandstoftank van de bus zelf boordevol gegoten. Hetzelfde scenario hebben we gezien v��r we Syri� binnenreden. Benzine zal blijkbaar het goedkoopst zijn in Libanon. Iedere rit over de grens wordt brandstofvervoer. Als we met deze brandbrom op wielen aan de Syrisch-Turkse grens komen, blijk ik de enige te zijn, die een visum moet kopen voor Turkije. Eerst moet de immigratie-beambte opzoeken hoeveel dat wel moet kosten, dan moet ik deviezen wisselen in een kantoortje een eind verder en tenslotte moet nog de juiste zegel gevonden worden met opschrift '300 BEF' (voor Euro-tijden was er een zegeltje per Europese munt). Het duurt allemaal vreselijk lang en intussen is onze bus al gezwind doorgereden naar de douane-controle een eind verderop. Zonder Koen aan boord, die nog een visum had, was er door de nerveuze chauffeur op mij niet gewacht.
We volgen nog een tijdje de grens aan Turkse kant. Er zijn wachttorens opgetrokken in DDR-stijl. Turken zijn er blijkbaar van overtuigd dat nog meer Syri�rs dit gebied willen binnendringen, waar hun taal en cultuur nu nochtans verboden zijn. In het nieuwe busstation van Antiochi� staan glimmende, heel luxueuze bussen klaar voor alle grote steden van Turkije. We wisselen wat geld en trekken naar het Divan Oteli. De dubbele kamer kost 3 miljoen Turkse pond, ik betaal met een briefje van 5 miljoen, met de rest gaan we straks een broodje eten. Je hebt al bijna tweehonderdduizend pond nodig voor een dollar. Onder het hotel is nog een bank, een spaarrekening brengt er 97 pct. intrest per jaar op. Duidelijk de tijd van de hyper-inflatie toen.

Antiochi�, van antieke metropool naar Turks provincie-stadje

Antiochi�, gesticht op 15 mei 300 v��r Christus door Seleucus, generaal van Alexander de Grote. Nobeler kan haast niet. Enkele eeuwen later vierde grootste stad van het Romeinse Rijk, na Rome, Constantinopel en Alexandri�. Nog later belangrijkste stad van het Byzantijnse Rijk na de hoofdstad Constantinopel. Heilige stad van het Christendom, tijdelijke verblijfplaats van Maria, de apostel Johannes, de bekeerde Paulus, Zetel van het Syriaakse Patriarchaat, plaats van de eerste christen kathedraal, in 1963 nog bezocht door Paus Paulus VI. In de 6de eeuw in 5 rampjaren tot ru�ne herleid door een enorme brand, twee aardbevingen en de Perzen. Na de Kruisvaardertijd aan haar lot overgelaten. Door de Fransen dan in 1939 met de vruchtbare landbouwvlakte ten Noorden ervan en zijn 90 pct. Arabische bevolking van de hand gedaan aan de Turken. Ieder christen op bezoek hier, verdient een volle aflaat, lezen we in de kathedraal van de H. Stoel van Petrus. Mooi meegenomen.
Nu ligt Antakya, afgesneden van zijn Syrische hinterland in een verloren uithoek van Turkije, onbereikbaar voor toerisme. De eerste mensen, met wie we in gesprek geraken, kennen nochtans Nederlands. Ze werken in Rotterdam en zijn op vakantie in hun geboorteland. Arabisch is in het straatbeeld niet te bekennen, verboden zelfs. Op scholen wordt het niet onderwezen, ook al verboden. Leerkrachten en administratie kennen geen Arabisch. Komt ons bekend voor, 'Strategie om Brussel/Antakya te verfransen/verturksen' door Jules Anspach/Kemal Atat�rk. De jeugd lijkt al wat ingepalmd door de Turkse cultuur. Wij gaan natuurlijk direct in het verzet en gebruiken alleen de Arabische namen. De mensen vinden het heel sympathiek.
Romeinse moza�ek in het Moza�ekenmuseum van Antiochi� - Neptunus De rijkdom van het oude Antiochi� laat zich aflezen van de muren van het museum. Tientallen moza�ekvloeren zijn er opgehangen. Schitterende, luxueuze taferelen als wandtapijten. De fijnste moza�eken uit Romeinse en Byzantijnse tempels, baden en huizen. De gebruikte thema's vertellen ook over de aard van de Antiochi�rs, geen veldslagen of wilde dieren, maar natuurtaferelen, de vier seizoenen, Neptunus met vissen, feestmaaltijden en toneelstukken, Narcissus zuchtend aan het water .. Enkele heel gestileerde Hittische beelden van 3.500 jaar oud in basalt, bezweringen van het kwaad, gaan we bijna zonder opmerken voorbij.

Paalzitten, hype van de 5de eeuw

Aan de kust ligt het oude Seleucia , de havenstad van Antiochi�. Van de oude stad rest weinig, maar een andere Romeinse ingenieuze constructie maakt dat goed. Bij hevige regenval in de bergen tussen Antiochi� en Seleucia zwellen de rivieren in weinig tijd tot verwoestende stromen. Haven en stad van Seleucia spoelden enkele keren weg en daarom kapten de Romeinen in de eerste eeuw een tunnel van 1300 meter door de bergen om het water af te leiden. Keizers Vespasianus en Titus lieten hun naam graveren aan het uiteinde van deze nog volledig intacte diversie-tunnel. In het midden ervan is het pikkedonker en schuifelen we voorzichtig verder, tastend om de weg te vinden over de rotsen en keien op de bodem. Ik zie even iets schitteren tussen twee stenen. Ho! Iets in metaal, een Romeins juweel! Terug in openlucht blijkt het tot onze ontgoocheling geen antiek sierraad te zijn, maar een Rolex polsuurwerk. Het moet er al enkele weken verloren zijn, het staat nog op Turkse zomertijd.
Icoon met afbeelding van de H. Simeon de Jongere in zijn verblijf op de top van een zuil Van Seleucia gaat het naar het klooster van de Heilige Simeon de Jongere, de paalzitter. We moeten er te voet 8 kilometer voor klimmen tot de hoogste heuveltop in de omgeving. Simeon stierf in 597 en had toen 68 snikhete zomers en evenveel bitterkoude winters doorgebracht bovenop zijn zuil, met zicht op Antiochi�. Met deze nieuwe vorm van ascetisch leven en vrijwillige ontbering volgde hij de trend, die zijn naamgenoot Simeon een eeuw eerder ingezet had op een heuvel dicht bij Aleppo. De resten van de basiliek en de kolom van Simeon de Jongere zijn heel bescheiden. Het bedevaartsoord van Simeon de Oudere echter, Qalaat Samaan, is nu zowat het indrukwekkendste ru�necomplex in het Nabije Oosten.

Simeon Stylites

Op zo'n 60 kilometer van Aleppo lag in Byzantijnse tijd het grootste bedevaartsoord van de christelijke wereld, het kloostercomplex van de Heilige Simeon Stylites. Het heet dat hij gedreven door een onvermoeibare godsvrucht en drang naar boetedoening, vasten en ascese zich steeds verder uit de maatschappij terugtrok. Toen hem dat niet lukte op de grond, zocht hij het in de hoogte en bouwde een klein platform bovenop een antieke zuil. Qalaat Samaan - basiliek van de H. Simeon - basis en restant van de zuil, waarop hij verbleef Zijn levensstijl en geestelijke faam lokten altijd maar meer bewonderaars en hij zag zich verplicht de afstand tot de grond groter te maken om zich alsnog aan gebed en meditatie te kunnen overgeven. Toen hij stierf na 37 jaar paalzitten lag zijn open platformpje intussen 14 meter boven de grond. Er werd nog een aardig robbertje gevonden om zijn relieken en de bescherming (en inkomsten), die ermee samengingen. Rond zijn paal werd een paar jaar na zijn dood in 459 een indrukwekkende basiliek, een doopkapel, een klooster en mettertijd een volledig dorp van pelgrimsverblijven en kerken opgericht.
Dat martyrium van de Heilige Simeon ligt nu in ru�ne op zijn heuveltop, geslagen in oorlogen, aardbeving en islamisering. Maar het heeft niets ingeboet van zijn grootsheid. Er staat nog voldoende rechtop van de gebouwen en kloostermuren om de sfeer van Byzantijnse tijd op te roepen. De basis van de zuil van Sint Simeon ligt nog op haar plaats in het midden van de basiliek en het zicht op de wijdse omgeving vanop de heuvel is indrukwekkend. Misschien was het die Simeon daar ook wat om te doen, hoog in zijn arendsnest..
Qalaat Samaan - Basiliek van Sint Simeon













Basiliek en
Klooster
Qalaat Samaan - Klooster van Sint Simeon van
Qalaat Samaan
















Grenzen zoals we die in Europa niet meer kennen

In de 6de eeuw was de streek van de Orontes bezig en druk. Grootstad Antiochi�, de Byzantijnse steden rond Aleppo met hun intense landbouweconomie en de paalheiligdommen zorgden voor bedrijvigheid alom. Nu is Antiochi� verschrompeld, gaan de Byzantijnse centra door als 'Dode Steden', is het christendom verpieterd en is Antiochi� door een loodzware grens van zijn hinterland afgesneden.
We vinden geen bussen van Antiochi� naar de Syrische havenstad Latakia en moeten het dan maar doen met een dolmush, een collectieve taxi.. In het kantoor van de Turkse grensambtenaren hangen statistieken, waarop we lezen dat dagelijks amper 40 mensen over de grens trekken. Voor die kleine groep gemotiveerden zijn twee stevige grensposten neergepoot met politie- en douane-controle. Juliana deelt onze taxi. Zij is Bulgaarse en overland op weg naar Libanon, waar ze 27 jaar woonde tot haar man overleed. Toen trok ze met haar kinderen terug naar Sofia. Vandaag gaat ze voor de eerste keer terug naar haar schoonfamilie in Tripoli, per bus Sofia-Istanboel-Antiochi�, dan Latakia tot Libanon. Turkije uitreizen gaat vlot. Onze chauffeur neemt rustig de tijd om met de grenswachten zaakjes te regelen. Aan Syrische kant haalt Juliana haar Libanese reispas boven en de immigratie-beambte maakt bezwaar omdat er geen Turkse exit-stempel in staat. Die staat in haar Bulgaarse pas. Er zit niets anders op dan terug naar de Turkse kant te gaan. Enkele minuten later komt ze met Slavisch uitgestreken gezicht terug en negeert de Syrische ambtenaar, die wil weten hoeveel de extra stempel haar gekost heeft, volkomen. Terug in de auto, veegt ze in het Duits de mantel uit van de ganse Levantijnse administratie. Onze Turkse chauffeur is intussen in de eerste Syrische handel een gans boodschappenlijstje gaan afgeven van spullen, die hij straks gaat oppikken op terugweg.

Latakia en Ugarit

De Assad dynastie is afkomstig uit de streek van Latakia. In het centrum, tegenover het gebouw, waar Hafid school liep is een standbeeld opgericht, dat 's avonds akelig groen verlicht wordt. Latakia heet zichzelf het Nice van de Syrische Azurenkust. In de hoofdstraat staan nochtans meer tractoren dan limousines en tussen de stad en de zee liggen de betonnen kaaien van de haven.
Oegarit - toegangspoort tot het paleis vanaf de buitenmuur Ugarit ligt ook niet meer aan de zee. In het tweede millennium voor Christus lag de stad er wel nog aan en was het ��n van de grootste handelscentra rond de Middellandse Zee. De ru�nes van het koninklijk paleis, van de tempels en de woningen dateren uit de 15de eeuw voor Christus. De site werd pas in 1928 ontdekt. Hier in Ugarit werd het eerste alfabet opgesteld. Tot dan waren de hi�roglyfen en lettergreepcombinaties in spijkerschrift in zwang, maar lezen vereiste kennis van vele honderden voorstellingen. Handelaars zochten naar een praktischer systeem om hun kleitabletten inventarissen op te stellen en kwamen op het idee van lettertekens per klank. Enkele volkeren namen het systeem over en het zou tenslotte de basis vormen voor alle moderne alfabetten. Ugarit werd rond 1200 voor Christus veroverd en verwoest. De koning liet nog net v��r de verovering een laatste kleitablet krassen met een boodschap voor zijn buurman, de heerser van Cyprus, waarin hij vertelt hoe de stad bedreigd wordt terwijl zijn eigen vloot en leger ver weg liggen voor de Anatolische Kust. Archeologen vonden de brief ongebakken in de oven ..

De Krak, geen toepasselijker naam mogelijk

Hoog boven de landbouwvlakte van de rivier Orontes, torent de Krak des Chevaliers, het immense versterkte kasteel van de kruisvaarders, hun 12de eeuwse meesterwerk, dat als een reusachtige pakketboot gestrand ligt op een heuvel. De burcht staat op ronde hoektorens met muren van 12 meter dik.
Krak des Chevaliers - figurant kruisvaarder De weg slingert zich in scherpe bochten ernaartoe, dwars door een dorpje met afstammelingen van de mensen, die tot 1934 in de burcht zelf woonden, waar zalen, kapellen en kelders als woning dienden.
De trotse burcht werd militair nooit ingenomen, de kruisvaarders gaven hem in 1271 gewoon op. De kruisvaardersparty was afgelopen en de meeste collega's uit de vermoeide of doodgebloede Latijnse graafschappen waren al terug naar huis. De enige bedreiging nu is de wraak van het dorpje van verstotenen beneden, waarvan het beton van zijn vormeloze woonblokken stilletjes de heuvel opkruipt, als het ware om de burcht weer in te nemen. We dwalen door de kelders, de stallen, de eetzaal van 120 meter lang. In de slaapzaal konden 4000 soldaten overnachten. Vanop de torens van de binnenste vesting reikt het zicht van Tartoes naar Homs, 100 kilometer van mekaar verwijderd. Een Frankenridder heeft een filosofisch opschrift achtergelaten naast het kapiteel van een gotisch gewelf. In 1934 werd het herontdekt, toen de burcht ontruimd werd van zijn bewoning. Het is nog perfect leesbaar, in het Latijn en zegt : 'Heb je wijsheid, deugd of schoonheid, als je die met hoogmoed naar buiten brengt, ben je alles weer kwijt.' Op de binnenkoer van de burcht neemt de Syrische televisie met klein budget een historische evocatie op. Figuranten in onduidelijke uniformen rijden op en af met een tractor, die een Romeinse aanvalswagen trekt.
Krak des Chevaliers Krak des Chevaliers - glacis en verdedigingstorens

Tartoes en het eilandje Arwad, exit Kruisvaarders

Wanneer hebben we het laatst nog eens gelift? Geleden van de studententijd waarschijnljk. Terwijl Koen en ik langs de weg een busje naar Tartoes proberen te doen stoppen, stopt plots een grote, rode Chevrolet. We nemen achteraan plaats onder het opklapdak. De chauffeur, die ons spontaan kwam oppikken, blijkt de zoon van een Syrische diplomaat te zijn, erg thuis in de hoogste kringen van het land. Alles gaat nu weer goed met president Hafid, vernemen we, twee jaar na het ongeluk van zijn zoon Basil, het vroegere hoofd van de inlichtingendienst in Libanon en jazeker, de Hatay met Antiochi� komen ooit terug bij Syri�, als Turkije uit mekaar valt.
In Tartoes schepen we onmiddellijk in naar het enige Syrische eiland in de Middellandse Zee, Arwad. Na de overgave van de Krak des Chevaliers en de val van Tartoes, was dit uiteindelijk het laatste kruisvaardersbezit in de Levant. Het bleef in handen van de Orde der Tempeliers tot die ook deze vierkante kilometer moesten ontruimen. Dat was in de zomer van 1302 (tiens!) of 203 jaar na de inname van Jeruzalem door Godfried van Bouillon, waarmee het kruisvaardersavontuur begonnen was. Arwad is bijna volledig bebouwd, duizenden jaren geschiedenis bovenop mekaar, op de zeelijn staan nog stukken van de 3000 jaar oude Fenisische muren. Het enige groen op het eilandje is de binnentuin van de citadel.

Tartoes zelf is een knus stadje. Het oude centrum is nog helemaal Frankisch met een ingebouwde burcht en een intacte kruisvaarderskathedraal. In de burcht vind je woningen, winkels en krochten en kelders. De grote kapel is nu een overdekt speelpleintje tussen drie woningen. De grote gotische ramen van de paleizen op de vroegere binnenkoer zijn dichtgemetst op een kleine raamopening na. De kruisvaarderskathedraal net buiten de oude dubbele muren is nog intact, de enige in Syri� en nu ingericht als museum. Er liggen een tiental ongeschonden, merkwaardige Romeinse sarcofagen in terracotta. Het deksel aan de hoofdkant vertoont de vorm van een gezicht. In de vele kisten met reserves vinden we kleine aarden kruikjes uit graftombes. Ik heb nu thuis zo'n Romeins vingerhoedkruikje staan en ben nog altijd verdeeld tussen de gevoelens van trots als bezitter van iets van 2000 jaar oud en schuld als schender van een archeologische site.. !

Eerste Hulp voor radeloze reizigers met bestemming Syri�

Hulp, ik ga naar Syri� ! Wie hoopvol de menukaart Syri� openslaat, klapt die meestal moedeloos weer dicht. Te veel. Syri� heeft gewoon te veel. De drie-sterren 'moet je gezien hebben'-s of 'is een omweg waard'-s maken de kaart onleesbaar. Wat te kiezen van dat overvol buffet van toeristische toppers, Zou ik me wagen aan een paar tips? Gerangschikt volgens historische periode en telkens mijn favoriete site nummertje 1 gegeven. Niet makkelijk, ik voel me schuldig aan slechte raad!

Oudste beschavingen
Syri�, waar alles begon. Voor de gewone leek zijn die vindplaatsen van steden en nederzettingen van 4000 jaar geleden toch net iets te abstract. 'Hier was de troonzaal van het paleis.' 'Waar?' 'Hier, deze grote, langwerpige put.' 'Ah, dit.'
Oegarit - koninklijk paleis 1. Ugarit. Er staan nog wat stenen recht van de oude zeewal met een trapgat en toren. Ook het paleis van de heerser werd gelocaliseerd. Vooral bekend voor het prototype van alfabet in spijkerschrift op kleitabletten. Maar die liggen in de musea van Damascus en Aleppo.
2. Ebla. De oude stadsstaat was bekend uit faraonische geschriften, maar bleef onvindbaar. Tot een Italiaanse archeoloog in 1973 zijn spade in het juiste veldje plantte. Het boeiendste was van een ploeg archeologen met borsteltjes, lepels, spades en kruiwagens aan heet werk te zien.
3. Mari. Een oersite en tenzij je alles afweet van de geschiedenis van Mari en oud-Akkadisch spreekt, kan je de afgelegen Babylonische site toch wel van je lijstje schrappen. Voor de mooie beelden van de priesters met starre blik en hoepelrok moet je trouwens weer in de nationale musea zijn.

Romeins/Hellinistisch
De Romeinen gingen er flink tegenaan in hun Syrische provincie. Alexander de Grote en zijn generaals hadden er al heel wat oorden van beschaving gesticht en de Romeinen bouwden die op hun gekende, preciese manier uit tot grote steden. Twee loodrechte assen en daarrond handel, kazernes, tempels, baden en een theater.
Palmyra - zuilenrij 1. Palmyra. Japanners doen Syri� in drie dagen, eentje is voor Palmyra. Dat kan tellen als referentie. Ik ben er intussen drie keer geweest en heb er nochtans nog nooit een Japanner gezien. Je ziet er haast niemand trouwens. De site is ongelooflijk uitgestrekt in een uniek kader van een verlaten woestijn met oase.
2. Bosra. Het heeft iets! De zwarte stad, opgetrokken uit basaltstenen, nog gedeeltelijk ingewoond. Een enorm theater. Heel sfeervol.
3. Apamea. Open en wijds. De majestueuse zuilenrijen van de hoofdstraat zijn over vele honderden meters terug opgetrokken. De universiteit van Gent heeft flink bijgedragen en er ligt ook een mooi moza�ekmuseum, maar toch kan de site mij niet echt bekoren.

Byzantijns
'Ik kan niet kiezen.' 'Je moet!' 'Neen, ik zet twee sites op ��n.'
Een gouden tijd, van de vijfde tot de zevende eeuw. Constantinopel op het toppunt van zijn macht, de economie en landbouw op volle toeren. De Byzantijnen keken op geen steentje. Tot aardbevingen, oorlog met de Perzen, droogte en klimaatswijziging en de invasie van de Islam alles tot stilstand brachten.
Serjilla - herberg 1. Serjilla. Een van de tientallen Byzantijnse steden tussen Antiochi� en Aleppo, die in de 7de eeuw verlaten werd, als gevolg van de machtsverschuivingen door de Arabische invasie. De huizen en voorzieningen, opgetrokken in zware stenen hebben het eeuwen uitgehouden. Nu nog lijkt het alsof de bewoners nog maar enkele decennia vertrokken zijn. Enkele panden zijn nog volledig intact. Een spookstad, eerder dan een ru�ne.
1. Qalaat Samaan. Over het bedevaartsoord van Simeon de Paalzitter heb ik het hierboven al gehad. Een prachtige site. Niet overslaan als je in Syri� bent.
3. Qasr Ibn Wardan. Een aardige rit van toch zo'n 150 kilometer om het te bezoeken vanuit Hama en er dan midden niets twee gebouwen uit de 6de eeuw te vinden, een militair garnizoensgebouw en een kerk, maar ze zijn wel zeer mooi.
4. Resafa. Het murenvierkant ligt er nog, groot en groots. Binnen ziet het er uit als Berlijn in 1945. Alles tegen de grond, behalve dan de immene ondergrondse en intacte watercisternes. Een heel bijzondere sfeer wel en toch nog wat muurpanden en zuilen van de basiliek van de H. Sergius.
5. Doura Europos. Het mooiste hebben ze er weggehaald, de muurschilderingen van de 4de eeuwse synagoge. Wat rest geeft een idee van een Byzantijnse grensstad met enorme burcht aan de kant van de Eufraat.
6. Halabiye. De hoge muren in driehoek op de heuvel aan de Eufraat toppen in de citadel. Binnen die muren staat nog nauwelijks iets recht, maar je kan langs de Eufraat wandelen en op een ponton de Babylonische stroom oversteken en voet aan wal zetten in Mesopotami�, het 'land tussen rivieren', de Eufraat en de Tigris.

Vroeg-christelijk
De christenen kwamen niet uit de hoogste rangen van de Romeinse maatschappij en het waren bescheiden mensen. Dat merk je nu nog in de steden en wijken waar hun eerste kerken en bidplaatsen uit de 4de en 5de eeuw bewaard zijn.
Oud Ma'alula 1. Ma'alula. Een mooie setting tegen de bergwand met straatjes in terrasvorm. Hier spreekt men Aramees, goed luisteren en dan een van de oudste kerken ter wereld bezoeken.
2. Saidnaya. Iets minder spectaculaire setting, maar even aantrekkelijk en bijzonder.
3. Christelijke wijk Damascus. Syri� heeft nog niet veel toerisme, maar de meesten dweilen wel door Damascus en zakken af naar de christelijke wijk. Dat hebben die autochtonen goed begrepen en dus zijn er nogal wat toeristenwinkeltjes in de hoofdstraten. Maar met een plannetje van de oude stad kan je er mooi langs laveren.
4. Christelijke wijk Aleppo. Groter en statiger dan de tegenhanger in Damascus, maar de beste panden zijn omgebouwd tot hotel of restaurant. Toch is het er heel fijn wandelen en ontdekken.

Kruisvaarders
Het minste dat je van die Kruisvaarders kan zeggen, is dat ze geen luiwammesen waren. Eerst helemaal te voet of stapvoets te paard van het Westen naar Syri�, een maandenlange oncomfortabele reis. Dan ter plaatse de Moren aanpakken en daarop zelf je burchten bouwen, op heuveltoppen met stenen van tonnen zwaar.
Krad des Chevaliers - binnenplein 1. Krak des Chevaliers. De Moeder aller Kruisvaarderburchten. Voor wie van dit soort plaatsen voor ridderromans houdt, is er nergens vergelijk te vinden. Samen met Palmyra en Aleppo de parel van toeristisch Syri�.
2. Tartoes. Knus centrum van een kruisvaardersstadje. De burcht, de kerk. Een Frankisch stadje aan de Syrische kust. Een mooi museum van Romeinse vondsten ook. Een etappe waard, heet het.
3. Saladin Sa�ne Burcht. Van de Romeinen (en waarschijnlijk ervoor) tot de Ottomanen, altijd burcht geweest. Iets spectaculair is dat de Byzantijnen er een kloof van tientallen meters diep uitkapten om de burchtheuvel te isoleren van de helling van de heuvelkam. Op een naald na, die de ophaalbrug moest ondersteunen naar de burcht. Allemaal heel kunstig.

Islamitisch
Na hun inval bouwden de Arabieren naarstig verder op Byzantijns patroon met dezelfde architecten en kusntenaars. Alleen de bouwprogramma's verschilden. Onder de Fatimiden waren stijl en vorm al sterk verschillend en onder de Ottomanen werden de massieve Klassieke bouwstijlen helemaal achtergelaten.
Omeyadenmoskee - binnenzicht van de koepel van de Arend met namen van eerste khaliefen 1. Omeyadenmoskee. Onmiskenbaar de indrukwekkendste moskee uit de Arabische moslimwereld. In Iran en India zullen ze nog wat straffers in hun mars hebben, maar voor het Nabije Oosten: zoek niet verder.
2. Soeks en citadel van Aleppo. Hoe lang ze het nog gaan uithouden weet ik niet, maar in de handeltjes en de ateliers van de soeks van Aleppo is er nog niets veranderd. Sinds heel lang, bedoel ik.
3. Soeks van Damascus. In Damascus komen meer toeristen en daar kan je meer mee verdienen dan met je shopje van zelfgemaakte bezems of teensandalen. Maar het blijft een interessante wandeling natuurlijk.
4. Hama. Er was Hama v��r 1982 en de platgebombardeerde opstand van de fundamentalisten. En er was Hama tussen 1982 en 2011. Nog leuk, met die nouria's, maar nooit meer hetzelfde. En geen idee hoe het er nu is ..
5. Raqqa. Op de Oostelijke oever van de Eufraat, in Mesopotami� dus, een rijke creatie uit de 9de eeuw van de Abbasidische heersers uit Baghdad. Later kwamen de Mongolen twee keer langs en nu is het zoeken naar een historische rest.
6. Homs. De inwoners van Homs, de Homsi's, zijn het mikpunt van spot in Syrische grapjes. Ze komen er telkens weer als gedupeerden of klungels uit. Hun stad is niet ongezellig en hier en daar is nog wel een authentiek hoekje, maar dat is dan ook alles.



Beelden om het ganse scherm te vullen .. als je hier klikt